Rijtechniek: Klimmen

Tip 1: Versnelling kiezen

Bepaal in de aanloop naar de steile passage de lijn die je gaat volgen. Gebruik een versnelling waarmee je tijdens de aanloop stevig kunt bijtrappen, maar probeer wel alvast in te schatten welke versnelling je nodig hebt om het steilste stuk te overwinnen.Belangrijk: wacht met het schakelen tot de overgang naar de steile sectie. Schakel je te vroeg, dan ga je vanwege de lichte versnelling te snel trappen en raak je buiten adem voordat de echte klim begint.

Tip 2: In de juiste positie

In de overgang naar het steilste stuk breng je je lichaam in de klimpositie: gewicht omlaag en zo ver als nodig naar voren op het zadel. Probeer te blijven zitten en druk je ellebogen omlaag: zo gaat je bovenlijf ook vanzelf omlaag. Dit is ook het juiste moment om lichter te schakelen; als je met veel snelheid aankomt, kun je gemakkelijk ineens een paar tandjes afschakelen. Doe dit dan wel zonder de ketting te overbelasten.

Tip 3: Concentreer je op je gekozen lijn

Op het steilste stuk komt het aan op je vastberadenheid. Zorg voor een krachtige en regelmatige pedaaltred. Probeer met name kracht te zetten in de neergaande trapbeweging, zodat je de fiets optimaal aan de grond houdt. Dat levert bandengrip en fietsbeheersing op. Trap de pedalen telkens voorbij de ‘zes-uur’-stand, zodat ze niet op dit punt stilvallen. Concentreer je op de lijn die je hebt uitgestippeld en stuur zo vloeiend mogelijk. Met je knieën kun je eventueel evenwichtscorrecties maken.

Tip 4: Kom op adem

Rijd na het steilste stuk nog even in dezelfde (lichte) versnelling verder om op adem te komen. Als de verzuring toeslaat, is opschakelen en verder omhoog “stampen” het laatste wat je wilt.

Optimale balans

Hoewel het verleidelijk is om voor een steil klimmetje je aller lichtste versnelling te kiezen, is het niet de beste keus. Je ‘granny gear’ is prima om een lange beklimming mee op te peddelen, maar op een korte steile passage is het moeilijk om je grip, gewichtsverdeling en evenwicht onder controle te houden. Neem dus liever een krachtige aanloop en schakel dan naar de op 2- of 3 na lichtste versnelling. Met een trapfrequentie van ongeveer 60 omwentelingen per minuut heb je een optimale balans tussen tractie en snelheid.

Wie omhoog fietst, wil ook weer omlaag. Lees Michel's tips over het rijden van een steile afdaling.