• Routes + Reizen
  • Gewijzigd op 8 oktober 2025

Rondje IJsselmeer fietsroute: mooi en meedogenloos

Wat bezielt een mens om op één dag 300 kilometer te fietsen? Nieuwsgierigheid? Koppigheid? Dit is een verhaal vol avontuur, wind, krentenbollen, verlaten dijken en vriendschap op twee wielen. Kortom, een onvergetelijk Rondje IJsselmeer.
Rondje IJsselmeer fietsroute: mooi en meedogenloos
Rondje IJsselmeer fietsroute: mooi en meedogenloos
Ping! Een mailtje van hoofdredacteur Bram: “Hoi Merijn, wil je binnenkort weer op pad? Het nieuwe thema is ‘Wind mee & Wind tegen’ en dit rondje lijkt me daar wel geschikt voor.”

Daaronder stond een emoji met een knipoog.
En daar weer onder: “Echt iets voor jou!”

‘Dit rondje’ bleek een tocht van ruim 300 kilometer te zijn: het Rondje IJsselmeer. Vanuit mijn woonplaats Utrecht zou de teller op 400 kilometer komen. Afstanden die in fietsverhalen vaak goed te doen lijken, maar waar in werkelijkheid geen eind aan komt en niemand echt vrolijk van wordt. Behalve mensen met een Strava-verslaving en een matige relatie met slaap. Ik heb geen van beide. Denk ik.

"Vanuit mijn woonplaats Utrecht zou de teller op 400 kilometer komen"

Zulke prachtige uitdagingen zeg je natuurlijk niet af. En dus zeg ik meteen ja tegen dit fietsavontuur. Ik mail Bram dat ik wel een paar fietsvrienden zal optrommelen. Zelf zou Bram overigens niet meefietsen. Hij ging op vakantie. Althans, dat beweerde hij. Maar ik had het gevoel dat hij iets wist wat wij nog niet wisten. Misschien iets over de wind. Wellicht over de route of mogelijk het leven zelf.

Zaterdag 26 juli, 4.55 uur

Utrecht slaapt nog, en terecht. Wij niet. Sander, Sigmar, fietsburgemeester Belle en ik staan klaar voor ons avontuur. De weersvoorspelling stemt onverwacht hoopvol: wind mee naar Makkum, vol tegen op de Afsluitdijk, daarna mogelijk weer mee.

De route naar Muiden – de officiële start en finish van ons rondje – begint met de prachtige Vecht. Een rondje dat overigens helemaal niet rond is, maar meer een grillige abstracte vorm kent, een soort Picasso van asfalt. Normaal vermijd ik de Vecht op zaterdag door het drukke palet aan andere weggebruikers. Maar nu, in het vroege blauwgrijs van de ochtend, voelt het bijna poëtisch: de ochtendnevel, het water, de rust. Zo mooi dat we bijna vergeten waar het vandaag eigenlijk om gaat.

"Het rondje IJsselmeer kent een grillige vorm, als een soort Picasso van asfalt"

We fietsen stevig door, tegen de 34 op de teller, alsof we dit tempo zonder moeite de hele dag gaan volhouden. We praten zelfs nog. Over banddikten, weekendplannen en het weer, over niks dus. Mooier wordt het niet. Na 42 kilometer zijn we bij de sluis in Muiden. Het is nog vroeg, maar al verrassend druk op straat. Tientallen zwemmers staan in de rij om een Rondje Pampus te gaan zwemmen. We groeten deze dappere helden en fietsen verder.
 
Op ons routeplatform vind je nog veel meer (lange en korte) rondjes voor wielrenners.

Over de Hollandse Brug, bekend van de trainingen van profrenner Dylan Groenewegen, rijden we Flevoland binnen, zoveel meer dan alleen maar rechte wegen en windmolens. Deze provincie verdient echt meer fietsers. Vandaag voor ons echter geen Horsterwold, Knardijk en Schokland, we houden de dijk aan tussen Almere en Lelystad. Iets na Almere gaat Belle haar eigen weg, zoals ze al had aangekondigd. We fietsen met z’n drieën verder. Het water links van ons, de dag nog steeds jong.

Zaterdag 26 juli, 7.52 uur

Er wordt steeds minder gepraat, wel nog flink doorgetrapt. Net voor Lelystad sluit Minze aan, de vierde man - precies zoals het hoort in een klassiek wielerverhaal: een mysterieuze figuur die staat te wachten bij een parkeerplaats. Hij heeft zijn eigen ritje al gereden vanuit Heerenveen naar het zuiden. “Goedemorgen, mannen, dat duurde nog lang. Zullen we?”

Ketelbrug over, en dan richting Urk. We negeren de verbaasde blikken van de lokale bevolking als we voor de deur van een supermarkt onze bidons bijvullen en ieder twee krentenbollen eten. Na Urk vliegen we met de wind in de rug richting Friesland, misschien gaat het wel iets té hard, maar dat zijn zorgen voor later. Dit is geweldig!

"Na Urk vliegen we met de wind in de rug richting Friesland"

Friesland rijd je niet binnen, Friesland overkomt je. De lucht is er ruimer, het licht helderder. Je merkt het nauwelijks, maar ineens is het er: het historische Woudagemaal, sinds 1998 UNESCO Werelderfgoed. In het centrum van Lemmer stoppen we voor koffie, thee en appeltaart.



Een vrouw op het terras vraagt hoeveel we nog moeten.
“Nog ruim tweehonderdvijftig kilometer”, zegt Sander eerlijk.
Ze lacht. Ik vermoed uit ongeloof of medelijden. Waarschijnlijk allebei.

Na deze stop fietst Minze terug naar Heerenveen. Het duurde niet lang, maar tof dat ook hij van de partij was vandaag. Inmiddels is de wind gedraaid en waait het hard. Tegen, uiteraard. Geeft niks, ook niet bij de ‘klim’ van Nijemirdum. Alles lijkt nog steeds vanzelf te gaan. We genieten van de vergezichten over het water bij de Rode Klif van Warns, één van de drie bijzondere kliffen uit de ijstijd in deze streek. We stoppen even bij het monument van zwerfstenen waarmee de Slag bij Warns uit 1345 wordt herdacht.

Een eindje verderop komen we bij Hindeloopen langs een omgekeerde boerderij. Hier verruilen we het asfalt even voor een fraaie gravelstrook, die vrolijk knisperend nergens naartoe lijkt te leiden maar toch uitkomt op een prachtig fietspad. De afwisseling van ondergrond doet ons goed.

Zaterdag 26 juli, 13.04 uur

Opnieuw een supermarkt, nu in Makkum, vlak voor de Afsluitdijk. We vullen onze bidons, eten wat bananen en een voorverpakt broodje gezond. De zon schijnt, de benen voelen nog sterk. Heel even denken we dat allemaal best meevalt.

“Voor mij stopt het hier”, zegt Sigmar, alsof hij afscheid neemt na een jarenlang dienstverband. Als geboren Fries is hij thuis. Dat telt. Bij Zurich fietst hij richting Harlingen en daarna door naar Leeuwarden. Dat is vriendschap op de fiets: weten wanneer je moet stoppen, en dat gewoon laten gaan. Sander en ik fietsen verder. Nog slechts 200 kilometer te gaan.



De Afsluitdijk is helaas nog steeds gedeeltelijk afgesloten voor fietsers, dus nemen we de pendelbus. Buiten het blauw van het IJsselmeer, binnen airco en zwijgende passagiers. Even rust. We besluiten pas uit te stappen als we Noord-Holland hebben bereikt. Het voelt bijna als valsspelen en dat is het misschien ook.

"Op de Oom Keesweg is het op, ik ben helemaal leeg. Wonderlijk"

Aan de overkant in het Noord-Hollandse Den Oever slaat de dag plots compleet om. Eerst is er nog het fraaie groen van het Robbenoordbos, maar dan: Wieringerwerf. Op de Oom Keesweg is het op, ik ben helemaal leeg. Wonderlijk. Ik heb dit misschien twee keer eerder gehad in al die jaren op de fiets. Meestal komt de energie weer terug, altijd komt-ie terug. Vandaag niet. Eten, drinken, rustig aan, even zitten, het heeft allemaal geen enkele zin.



Bij Medemblik komt de twijfel en bij Enkhuizen de berusting. Rond half vijf stel ik de vraag, waarvan ik weet dat die het einde betekent van deze geweldige fietsdag.

“San, hoe ver nog?”
“Honderddertig.”
“Echt?”
“Echt!”

Dat klinkt best te doen maar toch ben ik er he-le-maal klaar mee. Na bijna 300 kilometer vind ik het mooi geweest. Ik heb vandaag geen zin om in het donker thuis te komen. Ik stop. Sander is solidair en stopt ook: Sust (Samen uit, samen thuis). Om 17.09 uur nemen we de trein naar Utrecht. Stilte, chips en lauwe chocomel. Buiten raast het landschap voorbij, de film van wat we nog hadden moeten fietsen.

Ongekende schoonheid

Soms moet je weten wanneer je afstapt. Niet omdat je niet verder kunt, maar omdat je weet: dit is het juiste moment. Geen spijt, wel de wijsheid dat stoppen ook een vorm van slagen is. Zelfs als het niet eindigt zoals je vooraf had bedacht. Want ik weet nu: er zit ongekende schoonheid in dit mislukte avontuur door vier provincies. Zeker als je met vrienden op Urk krentenbollen kunt eten en het gravel hoort knisperen bij een omgekeerde boerderij in Hindeloopen.

"Soms moet je weten wanneer je afstapt. Niet omdat je niet verder kunt, maar omdat je weet: dit is het juiste moment"

Maar ik doe dit dus nooit meer. Behalve dan misschien volgende maand. Want zo werkt het brein van de wielrenner: na een nacht goed slapen vergeet je het ongemak en onthoud je alleen het verhaal. En dat verhaal is prachtig.

Het hele Rondje IJsselmeer komt wel een keer. Hopelijk fietsend over de volledige lengte van de Afsluitdijk, zonder bus en omleidingen. Voor nu is het goed. Over en sluiten. Tot het volgende mailtje van de hoofdredacteur.

Meer informatie: Rondje IJsselmeer

Geen standaardroute: Er is geen officiële instantie die een standaardroute voor het Rondje IJsselmeer heeft vastgelegd, zoals bij de Elfstedentocht. Fiets de route dus naar eigen inzicht: hou zoveel mogelijk de huidige kustlijn aan, rijd juist langs de oorspronkelijke grenzen van de Zuiderzee of geef er een geheel eigen draai aan.

De Afsluitdijk: Het fiets- en wandelpad aan de Waddenzee is voor een groot deel open. Het is helaas nog niet mogelijk om de sluizen met de fiets te passeren, omdat daar het fietspad nog ontbreekt. Er rijdt wel een gratis pendelbus.

Als je met de pendelbus vanuit Zurich (Friesland) komt, kun je na het passeren van de Lorentzsluizen uitstappen bij de Vismigratierivier en 24 kilometer over de Afsluitdijk fietsen. Vanuit de richting Den Oever is het niet mogelijk om uit te stappen op het fietspad langs de dijk; de pendelbus brengt je direct naar Zurich in Friesland. Voor actueel nieuws en de dienstregeling, zie www.deafsluitdijk.nl 

Download de route

 

Tekst: Merijn Heijne
Beeld: Bert Smilda, Merijn Heijne




 
Rondje IJsselmeer fietsroute: mooi en meedogenloos
Rondje IJsselmeer fietsroute: mooi en meedogenloos
Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant