Op tijd hersteld voor De Avondetappe
Interview met Herman van der Zandt over zelf fietsen en de Tour.
Dan horen we achter ons plotseling een vriendelijk ‘hallo’ klinken. Een vrouwenstem. Sierlijk en met hoog beenritme rijdt ze ons voorbij. We worden gechickt! Op de één of andere manier kunnen wij mannen dit niet over onze kant laten gaan. Ik schroef het tempo op om de ‘achtervolging’ in te zetten. Maar dan moet Hannes lossen. Hij slaakt een kreet en staat volledig geparkeerd. “O, jullie zijn nog maar met zijn tweeën”, merkt de dame spitsvondig op als Florian en ik na een paar kilometer eindelijk langszij komen. Ze vertelt dat ze fervent mountainbiker is en de Schauinsland regelmatig beklimt vanuit haar woonplaats Freiburg. Met zijn drieën rijden we de laatste kilometers met wisselende vergezichten op het Rijndal naar de top, waar Florian en ik wachten op Hannes. We zijn verrast als hij plotseling uit een grote Volvo stapt. “Lekke band. Ik ben blij dat die meneer me een lift wilde geven”, zegt Hannes. Gelukkig kunnen we de band repareren en kan Hannes er weer tegenaan.
De route voert verder over de bergtop met wijds uitzicht op de eindeloze sparren- en dennenbossen die het Zwarte Woud zijn naam hebben gegeven. Het gebied werd al in de Romeinse tijd ‘Silva Nigra’ genoemd: latijn voor ‘Zwarte-’ of ‘Donkere Woud’. In de weides beneden ons grazen koeien bij typische Zwarte Woud-boerderijen met grote kappen en de eeuwige geraniums aan de balkons. In de verte zien we de kale Feldberg die uittorent boven de beboste heuvels.
De markante top is de laatste van de drie reuzen die we moeten bedwingen. Met pap in de benen begin ik vanuit het dorpje Todtnau (650 meter) aan de col, terwijl mijn kilometerteller naar 120 kilometer springt. Hannes haakt al gauw af om verder te klimmen in eigen tempo. De zon schijnt fel in mijn gezicht, zweetdruppels tikken op mijn frame. Ik zwoeg en ploeter me grimassend een weg omhoog. Ondertussen zit Florian in alle rust over zijn wielercarrière te vertellen, alsof hij bezig is aan een ouwelullenrondje op zondagochtend door de polder. Hij is niet kapot te krijgen vandaag.
Eenmaal op de pas slaan we linksaf naar het skicentrum aan de voet van de hoogst gelegen piste van het gebied. Daar steken we de onverharde parkeerplaats over om onze weg via een smal asfaltpad te vervolgen – nu willen we ook helemaal naar de top. Behoedzaam zigzaggen we tussen de toeristen door richting de kale bergrug. Daar schiet het pad huiveringwekkend steil omhoog richting de top. Ik neem een laatste slok uit mijn bidon en ga volledig gesloopt met Florian het eindsprintje aan dat ik toch nooit kan winnen. Het eerste stukje gaat voortvarend, maar de bult is langer dan ik dacht. De laatste meters zak ik er volledig doorheen en gaat Florian me voorbij. Ik heb met mijn laatste krachten gesmeten.
Dan bereiken we het uitkijkpunt op het dak van het Zwarte Woud op 1493 meter. Daar hebben we uitzicht over het hele gebied, inclusief de twee andere reuzen die we vandaag hebben bedwongen. De Kandel zetelt naast een reeks windmolens in het noorden, in het westen ligt de Schauinsland met een uitkijktoren op zijn buik. “Nu ben ik ook moe”, zegt Florian als we inklikken voor de afdaling naar het hotel.
Wil je de route zelf een keer fietsen? Download 'm dan, gratis en voor niks.
Dan horen we achter ons plotseling een vriendelijk ‘hallo’ klinken. Een vrouwenstem. Sierlijk en met hoog beenritme rijdt ze ons voorbij. We worden gechickt! Op de één of andere manier kunnen wij mannen dit niet over onze kant laten gaan. Ik schroef het tempo op om de ‘achtervolging’ in te zetten. Maar dan moet Hannes lossen. Hij slaakt een kreet en staat volledig geparkeerd. “O, jullie zijn nog maar met zijn tweeën”, merkt de dame spitsvondig op als Florian en ik na een paar kilometer eindelijk langszij komen. Ze vertelt dat ze fervent mountainbiker is en de Schauinsland regelmatig beklimt vanuit haar woonplaats Freiburg. Met zijn drieën rijden we de laatste kilometers met wisselende vergezichten op het Rijndal naar de top, waar Florian en ik wachten op Hannes. We zijn verrast als hij plotseling uit een grote Volvo stapt. “Lekke band. Ik ben blij dat die meneer me een lift wilde geven”, zegt Hannes. Gelukkig kunnen we de band repareren en kan Hannes er weer tegenaan.
De route voert verder over de bergtop met wijds uitzicht op de eindeloze sparren- en dennenbossen die het Zwarte Woud zijn naam hebben gegeven. Het gebied werd al in de Romeinse tijd ‘Silva Nigra’ genoemd: latijn voor ‘Zwarte-’ of ‘Donkere Woud’. In de weides beneden ons grazen koeien bij typische Zwarte Woud-boerderijen met grote kappen en de eeuwige geraniums aan de balkons. In de verte zien we de kale Feldberg die uittorent boven de beboste heuvels.
De markante top is de laatste van de drie reuzen die we moeten bedwingen. Met pap in de benen begin ik vanuit het dorpje Todtnau (650 meter) aan de col, terwijl mijn kilometerteller naar 120 kilometer springt. Hannes haakt al gauw af om verder te klimmen in eigen tempo. De zon schijnt fel in mijn gezicht, zweetdruppels tikken op mijn frame. Ik zwoeg en ploeter me grimassend een weg omhoog. Ondertussen zit Florian in alle rust over zijn wielercarrière te vertellen, alsof hij bezig is aan een ouwelullenrondje op zondagochtend door de polder. Hij is niet kapot te krijgen vandaag.
Eenmaal op de pas slaan we linksaf naar het skicentrum aan de voet van de hoogst gelegen piste van het gebied. Daar steken we de onverharde parkeerplaats over om onze weg via een smal asfaltpad te vervolgen – nu willen we ook helemaal naar de top. Behoedzaam zigzaggen we tussen de toeristen door richting de kale bergrug. Daar schiet het pad huiveringwekkend steil omhoog richting de top. Ik neem een laatste slok uit mijn bidon en ga volledig gesloopt met Florian het eindsprintje aan dat ik toch nooit kan winnen. Het eerste stukje gaat voortvarend, maar de bult is langer dan ik dacht. De laatste meters zak ik er volledig doorheen en gaat Florian me voorbij. Ik heb met mijn laatste krachten gesmeten.
Dan bereiken we het uitkijkpunt op het dak van het Zwarte Woud op 1493 meter. Daar hebben we uitzicht over het hele gebied, inclusief de twee andere reuzen die we vandaag hebben bedwongen. De Kandel zetelt naast een reeks windmolens in het noorden, in het westen ligt de Schauinsland met een uitkijktoren op zijn buik. “Nu ben ik ook moe”, zegt Florian als we inklikken voor de afdaling naar het hotel.
Wil je de route zelf een keer fietsen? Download 'm dan, gratis en voor niks.
Gek van reizen én fietsen. Inspireert fietsers letterlijk hun grenzen te verleggen met reisverslagen op Fietssport.nl en in Fietssport Magazine.
Interview met Herman van der Zandt over zelf fietsen en de Tour.
Scandinavische variant in de maak voor 2018.
Routes langs de rivier de Weser en door het Weserbergland.
Paradijs voor klimmers.
Ter herinnering aan het WK CX 2018 in Valkenburg.