• Materiaal
  • Gewijzigd op 19 januari 2022

Test: Specialized S-Works Aethos

Meteen maar een bekentenis: ik weeg 95 kilo. Niet echt het ideale gewicht om een racefiets van zo’n 6 kilo op zijn staart te trappen. Toch heb ik dit wel gedaan. Wat blijkt? Het beste paard uit de Specialized stal en ik zijn dikke vrienden geworden.
Test: Specialized S-Works Aethos

Er is al veel gezegd en geschreven over de Specialized S-Works Aethos, een superlichte racefiets van amper 6 kilo. Dus waarom een fiets testen die al een tijdje op de markt is en niets dan lovende kritieken krijgt? 

Het antwoord is simpel: ik ben geen lichtgewicht profrenner die tegen steile hellingen opvliegt, maar een uit de kluiten gewassen fietsamateur – 2 meter lang, 95 kilo zwaar – die het liefst over platte polderwegen stampt. Ik was daarom oprecht benieuwd of ik als boomlange beuker met zo’n ultralicht racekarretje uit de voeten zou kunnen. 

Eerste indruk

Het eerste dat me aan de Aethos opvalt is dat de racefiets er van een afstandje vrij onopvallend uitziet. Geen schreeuwende kleuren, geen in het oog springende logo’s, geen dikke aero-velgen. 

"Geen schreeuwende kleuren, geen in het oog springende logo’s, geen dikke aero-velgen"

Sterker nog, hij ziet er met zijn sloping frame, dunne buizen en kabels die niet door het stuur lopen vrij retro uit. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de flitsende Tarmac SL 7 van Specialized doet de Aethos tijdens een toertocht met je vrienden of een bergrit in het buitenland geen hoofden omdraaien. Maar schijn bedriegt. Van dichtbij zie je hoe belachelijk goed de Aethos eigenlijk in elkaar steekt.

Vederlicht frame

Zo is het ranke frame oogverblindend mooi. Om het frame zo licht mogelijk te maken heeft Specialized, onder leiding van carbongoeroe Peter Denk, naar eigen zeggen meer dan 100.000 virtuele frames door supercomputers laten ontwerpen. Tijdens dit proces keek de knappe kop vooral naar de stijfheid van de trapas, de stijfheid van het balhoofd en de totale stijfheid. Aerodynamische eigenschappen speelden tijdens het ontwerpproces geen rol.

Uit deze gigantische zee aan data kwam volgens Specialized uiteindelijk hét ideale frame bovendrijven. “Het virtuele frame was zo sterk en zo licht dat we dachten: als we dat uit carbonvezel bouwen, dan wordt het geweldig”, aldus Denk over het ontwerpproces.

Het uiteindelijke resultaat is een frame, gemaakt van Fact 12 carbon, dat slechts 585 gram weegt (maatje 56). Dat is minder dan een heel (volkoren) brood. Behalve licht is het frame ook behoorlijk stijf. Dit komt niet omdat de wanddikte dunner is gemaakt, maar omdat de speciale buisvormen de krachten over het hele frame verdelen. De dikte van het carbon is dus vrijwel overal gelijk.
 

Top of the line

Ook de ietwat saaie framekleur blijkt bij nadere inspectie verre van suf te zijn: vaal paars, alsof de buizen zorgvuldig met een harde borstel zijn bewerkt. Over smaak valt niet te twisten, maar ik vind het prachtig. Ook subtiel zijn de in goud gespoten decals, onder andere op de bovenbuis (S-Works) en aan de binnenkant van de linker vorkpoot (Aethos).

Daarnaast zijn de afzonderlijke onderdelen overduidelijk met zorg door de Amerikanen uitgekozen. De fiets is onder meer voorzien van Roval Alpiniste CLX wielen. De 33 mm hoge carbon velgen zijn superlicht (1248 gram) en zien er in combinatie met de platte DT Swiss Aerolite spaken en de 26 mm brede Turbo Cotton bandjes uit alsof ze moeiteloos alle wetten van de zwaartekracht tarten. Ditzelfde geldt voor de Alpinist zadelpen, het S-Works stuur en het S-Works Power zadel; allemaal gemaakt van vederlicht carbon.Niet van carbon, maar wel top of the line is de onopvallend mooie en soepel schakelende Shimano Dura-Ace Di2 aandrijving. Deze brengt het totaal gewicht van mijn testfiets (maat 61) op 6,3 kilo. Bizar licht dus.

Lichtvoetig en speels

Genoeg promopraatjes, hoogste tijd om een aantal vragen te beantwoorden. Is de door supercomputers ontworpen S-Works Aethos écht zo goed als Specialized beweert? Is de vederlichte racefiets ook bestand tegen mijn lompe gewicht? En ga ik het gewichtsverschil met mijn eigen fiets (2 kilo) merken? Om meteen maar antwoord(en) te geven: AB-SO-LUUT.

"Is de vederlichte racefiets ook bestand tegen mijn lompe gewicht?"

Al na de eerste testrit wordt me duidelijk dat ik een bijzondere bike onder mijn kont heb. Ik bevind me in de heuvels rondom Leuven, om de Flandrien lus van het WK parcours van afgelopen september te verkennen. De 60 km lange rondrit zit vol pittige ‘bergskes’, waaronder de Bekestraat (13% max), de Mokesstraat (17% max) en de Smeysberg (18 % max).

In de vlakke aanloop naar de heuvels merk ik hoe lichtvoetig én speels de Aethos is. De korte, niet al te diepe zithouding, is me op het lange lijf geschreven en ik moet me inhouden om niet vol gas over het asfalt te racen.

Download hier de pittige Flandrien lus van het WK Wielrennen 2021.

Als de weg lichtjes omhoog begint te lopen, laat ik de teugels vieren. Meteen merk ik duidelijk het verschil met mijn eigen fiets. In plaats van een tandje terug schakel ik een tandje zwaarder en kom ik uit het zadel. De Aethos reageert meteen op mijn aansporing en sprint zonder aarzeling omhoog. 

Ook in snelle afdalingen is-ie in zijn element. Als een volbloed Arabier stormt hij naar beneden. Tot mijn verbazing laat het paarse paradepaardje zich probleemloos in de hand houden: hij stuurt moeiteloos door de bochten en wordt ook op volle snelheid nergens nerveus, zelfs niet als de teller boven de 70 km/uur uitkomt. 

Vlaamse bergskes beklimmen

In de Vlaamse ‘bergskes’ is het gedaan met de pret. Hier moet ik het met mijn gewicht afleggen tegen de zwaartekracht. Als een dronkenman zwalk ik tegen hellingen met dubbele stijgingspercentages omhoog. Niet de Aethos, maar zijn berijder is duidelijk de zwakste schakel – als het dus echt steil wordt.

De rollen zijn omgedraaid op de Bekestraat: de schots en scheef liggende kasseien doen hun stinkende best om de carbon klasbak eens flink door elkaar te schudden. Een paar honderd meter lang bonk ik over de kinderkoppen. In mijn gedachten vliegen de spaken alle kanten op. Eenmaal weer op glad asfalt check ik als eerste de bergwielen. Gelukkig, ze zijn ze nog kaarsrecht. 

Recordregen

In de weken die volgen laat ik de Aethos regelmatig uit in mijn achtertuin, de Utrechtse Heuvelrug. Al tijdens de eerste rit fiets ik een aantal stokoude records, waaronder beklimmingen van de Amerongense Berg, Hoogstraat Zuid en Grebbeberg, uit de boeken. Bij thuiskomst blijkt dat ik maar liefst vijf pr’tjes op Strava heb neergezet.

"Het speelse karakter van de Aethos zorgt ervoor dat ik ieder heuvel zo hard mogelijk omhoog wil vliegen"

Hoe dat komt? Simpel: het speelse karakter van de Aethos zorgt ervoor dat ik ieder heuvel zo hard mogelijk omhoog wil vliegen. Uit het zadel, dansend op de pedalen. De lichte wielen dragen bij aan dit zwevende gevoel, alsof er helium in de banden zit.

De recordregen houdt aan als ik met vrienden verschillende herfstritten vanuit Amersfoort richting de Veluwe maak. Beklimmingen waar ik normaal gesproken moet lossen – Italiaanse weg, Emmapiramide, Posbank, Schietbergseweg – kom ik nu in de voorste geleden boven. Zowel mijn fietsmaten als ikzelf kijken er raar van op. In de echte bergen maak ik nog steeds geen schijn van kans tegen ze, maar op korte niet al te steile klimmen doe ik nu leuk mee.

Stampen in de polder

Behalve in de heuvels geeft ik de Aethos ook een fiks aantal keren de sporen in de platte en winderige Flevopolder. Hoewel hij hier niet echt voor gebouwd is, komt de Amerikaanse mustang ook op dit terrein verbazingwekkend goed uit de voeten.

De Alpinist wielen en de Turbo Cotton bandjes schieten niet alleen met het gemak van een renpaard uit de startblokken, maar lopen ook superlicht en zijn eenvoudig op snelheid te houden. Ook niet onbelangrijk: de 33 mm hoge velgen laten zich niet door de eerste de beste windvlaag uit het veld blazen.

Regelmatig kom ik na een rondje kaarsrechte dijken en wegen thuis met een gemiddelde van ruim 30 km per uur. Ondanks dat ik tijdens deze temporitten lang in dezelfde houding zit, krijg ik geen last van mijn (onder)rug. De relaxte niet -aerodynamische zithouding is hier ‘schuldig’ aan.

Conclusie

Met de Aethos wed je niet op het verkeerde paard. Een beetje flauwe vergelijking, maar wel waar als je van een lichtvoetige, snelle, redelijke stijve en unieke racefiets houdt waar er niet al te veel van rondrijden. Valt er dan helemaal niks negatiefs op de fiets aan te merken? Jawel. De onder het stuur door lopende remkabels zijn een doorn in het oog: deze hadden mooier weggewerkt kunnen worden.

En dan de prijs: de Aethos kost in S-Works uitvoering een slordige € 13.800! Bepaald niet een bedrag waar je lichtzinnig over doet. Gelukkig is het vlieggewicht sinds kort ook beschikbaar in goedkopere Pro, Expert en Comp-uitvoeringen. Hoef je niet per se naar de paardenrennen om het benodigde bedrag te winnen. 

Plus

+ vederlicht
+ rijgedrag
+ comfort
+ unieke fiets

Min

- zeer fors prijskaartje

SPECS

•    Frame & vork: S-Works Aethos FACT 
•    Aandrijving: Shimano Dura-Ace Di2 (11-speed) 
•    Remmen: Shimano Dura-Ace Di2 schijfremmen
•    Wielen: Roval Alpinist CLX
•    Zadelpen: Roval Alpinist Carbon
•    Zadel: Body Geometry S-Works Power
•    Gewicht: 6,02 kg (maat 56)
•    Prijs: 13.800 euro

Meer info: www.specialized.com

 

fotocredit: Joris Knapen & Ard Krikke

Ard Krikke
Door Ard Krikke

Verslingerd aan mountainbiken en wielrennen. Is gek op singletracks, maar vindt het ook heerlijk om over kaarsrechte polderwegen te racen. Staat daarnaast regelmatig op zijn windsurfplank en hoopt iedere winter – tegen beter weten in – op de Elfstedentocht.

Dit vind je misschien ook interessant