7x redenen om techniektrainingen te volgen op de mountainbike
De kans dat je valt, heb je grotendeels zélf in de hand.
Om de hartfrequentiezones te bepalen, kunnen verschillende manieren worden gebruikt. Er zijn drie gangbare methodes welke hun eigen voor- en nadelen hebben:
Percentage van de maximale hartfrequentie (%HFmax): hier dient de maximale hartfrequentie voor bekend te zijn. Deze is achteraf uit te lezen op de fietscomputer na een zware intervaltraining of toertocht, of kan bepaald worden met een inspanningstest in het laboratorium of in het ‘veld’.
Percentage van de hartslagreserve oftewel de methode van Karvonen (%HFreserve): hiervoor is de rustpols (ochtendpols) en maximale hartfrequentie nodig. Het verschil hiertussen is de hartslagreserve. Wanneer hiervan een percentage wordt genomen en dit bij de rustpols wordt opgeteld, ontstaat de trainingszone. In formule: rustpols + (% x hartslagreserve). Als voorbeeld een persoon die wil trainen op 60% van hartslagreserve: iemand heeft een ochtendpols van 50 slagen per minuut en een HFmax van 180. Wil deze persoon op 60% van zijn hartslagreserve trainen, dan is 180 – 50 = 130sl/min de hartslagreserve, en 60% hiervan is 78. Hierbij dient de rustpols te worden opgeteld, et voilà, 128sl/min is de trainingsintensiteit.
Percentage van de anaerobe drempel (%omslagpunt): hier wordt tijdens een laboratoriumtest de anaerobe drempel bepaald. Percentages van dit omslagpunt dienen als uitgangspunt voor de verschillende zones.
Bij de verschillende trainingszones staan trainingstijden vermeld om zodoende gevarieerde trainingen samen te stellen. Veel trainplezier gewenst!
Tabel 2. Trainen m.b.v. hartfrequentiezones
Training |
Zwaarte |
Duur |
Pauzes tussen intervallen |
%HFmax |
%HF reserve / Karvonen |
%Omslagpunt |
Extensieve duurtraining (D1) |
Rustig |
2 tot 6 uur |
|
65 – 75% |
60 – 70% |
68 – 83% |
Intensieve duurtraining (D2) |
Lang vol te houden |
15 tot 100min |
|
75 – 85% |
70 – 80% |
83 – 94% |
Extensieve herhalingen (D3) |
Zwaar |
3 tot 6 maal met een omvang van 4 tot 30min |
Circa de helft van de inspanningsduur (in D1) |
85 – 95% |
80 – 90% |
94 – 101% |
IH (intensieve herhalingen/interval) |
Heel zwaar |
4 tot 15 maal met een omvang van 20sec tot 5min |
Circa 1 tot 3 keer de inspanningsduur (in < D1) |
> 95% |
90 – 97% |
> 101% |
Redactie Fietssport
De kans dat je valt, heb je grotendeels zélf in de hand.
's Winters alleen duurtrainingen doen?
Plus zes tips om de snelheid er in te houden.
Wij geven je 5 praktische tips om de Hollandse wind te trotseren.
Jij laat je toch niet tegenhouden door een buitje?
Van beginnende fietser naar berggeit.
Je wordt beter op de fiets, bent klaar voor je eerste avontuur én meer!
Train niet te lang!
Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.
In training voor de Jean Nelissen Classic.