• Training
  • Gewijzigd op 7 april 2022

De techniek van het waaierrijden

Bij een gebrek aan hoogtemeters in het Hollandse landschap is de waaier dé manier om het peloton stevig uit te dunnen. Niet alleen de conditie is doorslaggevend, de techniek van het waaierrijden is een kunst op zichzelf.
De techniek van het waaierrijden

Met een goede beheersing van de waaiertechniek kan een conditioneel mindere wielrenner toch een betere fietser aftroeven. Iets wat in een strijd bergop onmogelijk is. Desalniettemin is een stevige conditie ook zeker van belang. In dit artikel gaan we deze twee aspecten verder uitdiepen.

De dubbele waaier

De dubbele waaier betekent dat er twee rijen wielrenners gelijktijdig naast elkaar fietsen, terwijl de ene rij naar de kop fietst en de andere rij zich laat afzakken. Voor een effectieve dubbele waaier is het minimum aantal zes wielrenners. Het aantal wielrenners dat schuin naast elkaar past op de weg keer twee is het maximum voor de dubbele waaier.

Het moeilijkste moment is vanuit de afzakkende rij achterin de waaier weer opnieuw aansluiten. Wanneer je dit te laat doet, moet je te hard opnieuw ‘aanzetten’ en kan je in de problemen komen.

"Het is zaak dat iedereen gelijke en korte kopbeurten draait"

Wanneer iemand te lang op kop blijft, kan degene die hiervoor op kop kwam niet in het wiel. Het gevolg is dat hij of zij zich dan vaak te hard laat afzakken, waardoor er een te groot snelheidsverschil ontstaat tussen beide rijen. Zit je in de afzakkende rij, dan is terug inpikken nog moeilijker. Er kan dan een enkele waaier ontstaan, waarvoor de groep te groot of de weg niet breed genoeg is.

Hierdoor kom je op het ‘kantje’ (op het einde van de weg terecht) en is de kans op lossen levensgroot. Bij een goede dubbele waaier is solidariteit een groot goed. De beste renners moet niet te hard de kop nemen en de mindere fietsers moeten mee in het tempo van de groep.

De enkele waaier

Bij de enkele waaier is er maar één rij en zakt degene die van kop komt in zijn eentje af. Dit maakt het aanpikken veel lastiger en een individuele aangelegenheid. De truc is, als je van de kop komt, de benen niet helemaal stil te houden, omdat je dan veel te hard moet aanzetten om terug in de waaier te komen.

"Bij de enkele waaier kan iedereen bepalen hoe lang hij of zij op kop blijft"

De sterkere renners kunnen op deze manier een langere kopbeurt nemen. De ongeschreven regel is hierbij wel dat je niet plotseling het tempo verhoogt, het zogenaamde snokken. Mocht je tijdens je kopbeurt willen versnellen, dan is het eigenlijk de bedoeling daarmee te wachten totdat je voorganger terug is ingepikt en het tempo heel geleidelijk op te voeren.

De lactaat shuttle

Zowel in een enkele als dubbele waaier zijn de cruciale momenten de kopbeurt en het weer terug aansluiten. Dit zijn korte inspanningen vaak boven het omslagpunt, waarbij lactaat wordt aangemaakt, met daartussen afhankelijk van de lengte van de waaier langere momenten op of net onder het omslagpunt.

In tegenstelling tot bergop fietsen rijd je dus niet één constant tempo, maar is de intensiteit steeds wisselend. Dit is een kolfje naar de hand voor de sprinterstypes. Zij zijn namelijk bij uitstek goed in aangemaakt lactaat opnieuw om te zetten in nieuwe energie; dit wordt ook wel de lactaat shuttle genoemd. Juist voor wielrenners die moeite hebben met deze tempowisselingen is een waaiertraining dus de perfecte trainingsvorm.

Houd het veilig

Bij een waaier komt een aantal cruciale ingrediënten bij elkaar die samen een rampscenario kunnen vormen. Er wordt op hoge intensiteit gefietst, wiel aan wiel, met vaak harde wind en op een beperkte wegbreedte. Daarom is het heel belangrijk je hoofd erbij te houden, sowieso niet te koersen op de openbare weg en elkaar de ruimte te geven die nodig is.

/img
Jim van den Berg
Door Jim van den Berg

Oprichter en eigenaar van Cyclinglab en de JOIN Cycling app. Samen met voormalig profwielrenner Laurens ten Dam en Stefan Bolt maakt Jim de succesvolle Beter Worden Podcast.

Dit vind je misschien ook interessant