• Routes + Reizen
  • Gewijzigd op 6 augustus 2021

Ontdek het Teutoburgerwald

“Teutoburger-wat? Wald? Nooit van gehoord, waar is dat?” Een reactie die ik nogal eens krijg als ik mijn wielervrienden vraag naar deze prachtige, maar ondergewaardeerde Duitse streek. Zo zonde, want in dit gebied heb je de wegen voor jezelf.
Ontdek het Teutoburgerwald

Het Teutoburgerwald strekt zich enkele tientallen kilometers ten oosten van Enschede uit als een langgerekte heuvelrug, die steeds hoger wordt naarmate je verder Duitsland in reist. De streek kenmerkt zich door de prachtige landelijke omgeving en coulisselandschap, waarbij je afwisselend door donker bos, prachtige weilanden of smalle bomenlaantjes fietst. 

De wegen zijn er enorm rustig, van grote groepen wielrenners ontbreekt ieder spoor en de klimmetjes zijn er wellicht nog pittiger dan in het Zuid-Limburgse heuvelland. Kortom, tijd om eens af te reizen naar Duitsland.

Direct warm gedraaid

Dat het hier uitdagend is, wordt al snel duidelijk: nog geen kilometer nadat we vertrokken zijn vanuit Ibbenbüren rijden we al in de dubbele percentages omhoog op een prachtig slingerend landweggetje. De benen zijn meteen warm gedraaid! 

En dat is maar goed ook, want al vrij snel komen we bij een beruchte klim, de Kahlenberg in Tecklenburg. De eerste honderden meters lopen lekker, maar zodra de klim in een holleweg verandert, schieten de cijfers snel omhoog; hier klim je dik boven de tien procent en wordt het harken. Halverwege is er gelukkig een klein rustmomentje wat nodig is voor het laatste stuk; hier gaat het langer dan je wil rond de 20% omhoog! 

De volgende kilometers is het draaien en keren over prachtige Duitse landweggetjes die geen meter vlak zijn. Ondanks het soms wat slecht onderhouden wegdek is het genieten hier. We vallen elkaar aan op de korte klimmetjes, rijden kop over kop op stukken vals plat omlaag, en genieten van de prachtige vergezichten over het Duitse heuvellandschap. 

Na een kilometer of 40 bereiken we het zuidelijkste deel van de route. Na een snelle afdaling komen we in de vallei terecht ten zuiden van de heuvelrug waar het ineens helemaal vlak is; een perfect moment op even op adem te komen. Zeker als we de route nog eens bekijken en zien dat we over twee mooie beklimmingen al snel bij het hoogste punt van de route uitkomen.

Naar het hoogste punt 

Als we het dorpje Lienen uitrijden, doemt de heuvelrug alweer voor ons op, en begint de weg steeds meer op te lopen. We rijden via de Lienenberg omhoog, een mooie brede weg met goed asfalt die door de ruime haarspeldbochten wat aan een Alpenklim doet denken. 

De percentages gaan voor de verandering eens nergens echt hoog en het is nog heerlijk koel op deze beboste klim. Eenmaal boven gaan we via een snelle en overzichtelijke afdaling al snel weer klimmen, ditmaal naar het hoogste punt van de route.

En dat is de Dörenberg; een klim die over 3,5 km 180 hoogtemeters overbrugt, goed voor een percentage van 4,8%. Op papier een loper, maar door een steiler laatste deel en een stukje vlak in het midden is het alsnog een pittige klim. 

Het eerste deel loopt door een glooiend stuk boerenland omhoog, en na een kort stukje vlak kom je al snel weer in een dicht bos. Na het oversteken van de grote weg kom je op de doodlopende weg naar de top van de Dörenberg, waar de weg steeds steiler wordt. 

Vlak onder de top bevindt zich nog een prachtig uitkijkpunt waar het zeker de moeite waard is om even stil te gaan staan. Op een heldere dag heb je hier een fenomenaal uitzicht over de hele vallei. Het laatste stukje naar de top gaat nog even in de dubbele cijfers, en eenmaal boven kijk je tegen een grote tv-mast aan; een beeld wat je in dit gebied wel vaker ziet bovenop de heuvels.

Lege bidons

Het tweede deel van de route kenmerkt zich door een bijna Toscaans profiel; De wegen glooien overal prachtig en ondanks dat de klimmetjes een stuk korter zijn, komen de percentages vaker wel dan niet in de dubbele cijfers. 

De temperatuur loopt ondertussen ook op, de volle zon en 25 graden hakken er stiekem toch behoorlijk in. Ondertussen zijn onze bidons bijna leeg en een café dat open is, blijkt toch lastig te vinden in dit dunbevolkte gebied.  In onze zoektocht komen we via een kleine toegangsweg uit bij een tankstation langs de snelweg; niet ideaal, maar er is gelukkig genoeg drinken te krijgen. 

Gemene kuitenbijters

Met frisse moed en gevulde bidons kunnen we door naar het laatste deel van de route. Het bos verdwijnt en maakt plaats voor een coulisselandschap waarin er overal prachtige Duitse boerderijtjes staan; je krijgt het idee dat je door een heuvelachtige variant van de Achterhoek rijdt. 

Tussen de boerderijen en weilanden liggen nog een paar gemene kuitenbijters verscholen en we hebben de beste voor het laatste bewaard: de Lärchenweg. Na een dikke 110 km gefietst te hebben komen we bij een smal strookje asfalt wat tussen een leeg weiland en een strook bos omhoog loopt aan huiveringwekkende percentages. Het bordje onderaan met ‘35%’ is niet gelogen...

Ondanks de korte lengte van slechts 200 meter is het misschien wel de zwaarste klim van de dag. Zo steil, dat het bijna onmogelijk is om je voorwiel op de grond te houden en dan moet je ook nog proberen grip te houden met je achterwiel. 

Het hekje vlak na het steilste stuk stelt je stuurvaardigheid ook nog even op de proef, maar eenmaal boven is de voldoening groot; ondanks de schamele 36 hoogtemeters is dit echt een beest van een klim. 

Wanneer gaan we weer?

Moe, maar voldaan stappen we ietsje later van de fiets. Het Teutoburgerwald stelt absoluut niet teleur. Sterker nog; het heeft onze harten veroverd. Ondanks dat de klimmetjes hier niet zo bekend zijn als in Limburg of zo lang als in de Ardennen is het zeker de moeite waard om ze op te zoeken. De rustige wegen, prachtige uitzichten, en vriendelijke Duitse mentaliteit maken het meer dan goed. 

De route van 118 km met bijna 1500 hoogtemeters kun je hier bekijken en downloaden.

Tekst en beeld: Merlijn Spenkelink

Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant