• Routes + Reizen
  • Gewijzigd op 1 maart 2022

Volle bak in de Vulkaneifel

Van smalle beklimmingen over gedoofde vulkanen tot brede lopers langs de wijngaarden van de Moezel. Verslag van een zonnig weekend in de veelzijdige Vulkaaneifel.
Volle bak in de Vulkaneifel

Windmolens draaien op de heuvels, dichte bossen bedekken de hellingen en twee burchtruïnes waken over de vallei. Aan de horizon domineren de kegelvormige vulkanen. In dit decor bedwingen we de majestueuze beklimming vanuit het stadje Monreal naar de L98 over een smalle landweg tussen de velden. Ondertussen breekt de zon door om ons op een heerlijke nazomermiddag te trakteren. Een beter begin van het fietsweekend in de Vulkaaneifel kunnen we ons niet wensen.

Perfecte uitvalsbasis

Op zo’n 3,5 uur rijden van Utrecht is de Vulkaaneifel een prima uitvalsbasis voor een fietsweekend. Zoals de naam al verklapt, is de streek in de oostelijke Eifel gevormd door vulkanen. Kegelvormige heuvels en ronde kratermeren zijn opvallende verschijningen in het landschap. In het noorden gaat de streek over in de Hocheifel, waarvan de Hohe Acht, een gedoofde vulkaan, met 747 meter het hoogste punt is. Ten zuiden ligt de Moseleifel met zijn wijngaarden op terrassen langs de Moezel.

We hebben een huisje geboekt bij Center Parcs Park Eifel in Gunderath. Het park ligt centraal in het gebied met mooie beklimmingen letterlijk om de hoek. Het park is van alle gemakken voorzien: er is een supermarkt, tropisch zwemparadijs en je kunt er eten onder palmbomen in één van de vijf restaurants. Voor de authentieke Duitse gastronomie zoek je beter een restaurant op in het dorp. Center Parcs ziet wielrenners graag komen. Sterker nog: ze organiseren zelfs hun eigen wielerevenement Eifel Cycling Classic.

Drie routes in de voorbereiding

Mats, Maarten en ik hebben drie tochten uitgezet om het gebied in al zijn diversiteit te verkennen. We luiden het weekend in met een ronde van 60 km naar het historische stadje Monreal in het oosten. Morgen staat de Koninginnenrit op het programma: een noordelijke lus van 160 km via de Hocheifel naar het Ahrtal en de oevers van de Rijn.

Zondag zakken we af naar het zuiden om te klimmen langs de wijngaarden aan de Moezel (120 km). Uit de routeprofielen blijkt nog maar dat klimmersbenen hier geen overbodige luxe zijn: we krijgen dagelijks 1000 tot 3000 hoogtemeters voor de wielen.

"We zoeken de smalle landwegen op waar je vrijwel ongehinderd kunt doorfietsen"

Op dat vlak worden we al tijdens het eerste rondje op onze wenken bediend. De beklimming vanuit Monreal (1,5 km, 8%) door de velden is een juweeltje. Steile stukken en vlakkere fases wisselen elkaar af. We maken vaart en gaan uit het zadel om het steilste deel van 16 procent te bedwingen.

Zigzaggen langs de weides

Eenmaal boven draaien we tempo op de doorgaande weg. Bij Hambuch duiken we een vermakelijk straatje in met een afdaling, klimmetje en zigzag langs de weides; een passage die prima in een wielerkoers zou passen. Maarten krijgt het op z’n heupen en plaatst een demarrage om langzaam uit beeld te verdwijnen. Na een bosrijke fase dalen we af naar het park waar ons een Weizenbier en uitgebreid pastabuffet wacht. Laat die Koninginnenrit maar komen!

De volgende morgen worden we omringd door ronkende motoren. Een parade van sportwagens komt voorbij. Ze zijn op weg naar het beroemde circuit van de Nürburgring. Het circuit is niet alleen toneel van Formule1-races, maar heeft ook een link met wielrennen. Wielrenners en mountainbikers kunnen zich er elk jaar uitleven tijdens het fietsevenement Rad am Ring. Bovendien zijn in de ‘groene hel’ meerdere WK’s verreden. Gerrie Knetemann kroonde er zichzelf in 1978 wereldkampioen.

"Onder de top wacht de afslag naar het avontuur"

We laten het circuit achter om vanuit Adenau te klimmen naar de Hohe Acht, met 747 meter het dak van de Eifel. De zeven km lange beklimming over een brede weg met stijgingspercentages rond zes procent is niet heel spectaculair. Maar eenmaal bij de parkeerplaats onder de top wacht de afslag naar het avontuur. We draaien een asfaltpad op dat gaandeweg Mortirolo-achtige gedaantes aanneemt. Het 360 gradenpanorama vanaf de Kaiser Wilhelmtoren op de top maakt de beklimming echter de moeite waard.

Door een modelspoorpanaroma

Even later duiken we met 65 km per uur de afdaling in. Een heerlijke fase volgt waarin we over 25 km vals plat afzakken naar het Ahrtal. Met zijn rotsachtige hellingen, wijnterrassen, spoorbruggen en -tunnels lijkt het alsof we door een modelspoordiorama op ware grootte fietsen. Overigens kun je in de vallei kiezen of je wilt doorrijden op de doorgaande weg, of de drukkere toeristenroute pakt op de Ahr-Radweg over een verlaten spoortraject.

Op naar de koffiestop

We verlaten het Ahrtal via een lange loper (5,1 km, 4%) richting Königsfeld. Dan zetten we de dalende lijn in richting de koffiestop in Bad Breisig aan de Rijn. Op het terras aan de rivier bestellen we een koffie en een groot stuk taart. Die calorieën verbranden we toch wel!
De Kaffee und Kuchen komen echter weer omhoog als we de ‘Mur de Lützingen’ (1 km, 13%) beklimmen, een smeerlap met uitschieters naar 20 procent! Maar elk nadeel heeft zijn voordeel: we hebben de Rijnvallei binnen enkele kms achter ons gelaten.

Na nog een klimmetje dalen we af naar een meer met een camping, wandelaars en picknickende toeristen aan de oevers. Op het eerste gezicht niets bijzonders. Ware het niet dat het gaat om een volgelopen vulkaankrater en wel de grootste caldera van Centraal-Europa. De Laacher See is acht km in omtrek en wordt omringd door een muur van heuvels. Het is een bijzonder gezicht.

Als de dag teneinde loopt, rijden we over rustige landwegen, terwijl de zakkende zon de golvende velden in prachtig strijklicht zet. Met 3000 hoogtemeters en 160 km in de benen zijn we inmiddels aardig afgedraaid. “Ik ben nog nooit zo leeg geweest”, constateert Mats bij aankomst op het park.

"We hebben onze hersteldrankjes wel verdiend"

De volgende morgen lijken we te zijn beland in een sprookje. We dalen af naar Cochem aan de Moezel. Het idyllische vakwerkstadje en zijn feeërieke burcht baden in het zachte ochtendlicht. Het verbaast me niet dat dit plaatsje in de negentiende eeuw een trekpleister was voor schilders uit heel Europa.

Het toetje van het weekend

De ronde door de Moseleifel met zijn wijnterrassen en lange beklimmingen langs de Moezel is het toetje van ons fietsweekend. We fietsen een stukje langs het groene water om vanaf de Panoramastrasse (5,9 km, 5%) opnieuw te genieten van het uitzicht op Cochem. Na een snelle afdaling schroeven we het gemiddelde nog wat verder op, terwijl we kop over kop rijden langs de Moezel. Rondvaartboten en kanovaarders drijven op het water. Bij het imposante spoorviaduct van Pünderich (97 bogen!) draaien we een obscuur weggetje op: tijd om te klimmen! 

Vanaf de oevers is het eerst zwoegen met percentages rond tien procent tussen de wijngaarden. Vervolgens kunnen we lekker in het ritme komen op de geleidelijke beklimming van de Bergstrasse. Nog even doortrekken naar het laatste bultje en we bereiken de top op 400 meter hoogte. 

Het uitzicht mag er wezen. We fietsen dwars door de wijngaarden met uitzicht op de Moezel die een bijna volmaakte 180 gradenbocht maakt. Het verkeer beweegt zich als speelgoedautootjes langs het water. We klikken uit de pedalen om het panorama in ons op te nemen. Daarna zeggen we de Moezel vaarwel. 

Perfect asfalt

Dan volgt de mooiste helling van het weekend. De smalle beklimming van de Ruedelheck kronkelt vijf km lang over perfect asfalt met witte lijnen door een weelderig loofbos. De klim is onregelmatig met percentages tot dertien procent. Maarten en ik maken er een wedstrijdje van. Hij plaatst al gauw een demarrage, maar moet dat bekopen. Bij de haarspeldbochten kruip ik langzaam naar zijn wiel. Het gat wordt steeds kleiner, maar ik kan er net niet bijkomen. Helemaal uitgewrongen rollen we over de finish.

"Wat een superdecor voor een onderling duel!"

In de eindfase gaan we weer van de gebaande paden, met een serie korte klimmetjes op smalle landwegen zoals je ook in Limburg vindt. Voldaan bollen we uit richting het park. Dat de Eifel degelijke wegen en lange beklimmingen heeft, was bij ons wel bekend. Maar de variatie in landschappen (van dichte wouden tot wijnvelden) én de mix van wegen (van brede districtswegen tot kronkelende landweggetjes) hebben verrast. Wanneer gaan we weer?

Eifel Cycling Classic 2021

Een compleet wielerweekend met social ride op vrijdagmiddag, toertocht met routes van 50, 100 en 150 km, plus een gravelrit van 80 km in de Vulkaaneifel, met voldoende uitdaging voor zowel beginners als gevorderden. Dat is de Eifel Cycling Classic. Dit jaar is deze jubileumeditie (de 10e) van 17-20 september 2021. 

Overnachten kun je bij Center Parcs Park Eifel in Gunderath, een heerlijke uitvalsbasis voor een uitdagend wielerweekend. Gunderath ligt 180 km vanaf Maastricht, 318 km vanaf Utrecht. 

Download de routes

Bram heeft drie routes voor je uitgestippeld in de Vulkaaneifel, van 60, 120 en 160 km. Wil jij ze ook fietsen? Je kunt ze hieronder downloaden.

Gunerath - Monreal, 60 km

Langs de Moezel, 120 km

Konigsfahrt in de Eifel, 160 km

Bram de Vrind
Door Bram de Vrind

Gek van reizen én fietsen. Inspireert fietsers letterlijk hun grenzen te verleggen met reisverslagen op Fietssport.nl en in Fietssport Magazine.

Dit vind je misschien ook interessant