Hoe is MTB-route Zuidlaren ontstaan?
Ongeveer twaalf jaar geleden namen enkele leden van FTC de Dobberieders uit Zuidlaren het initiatief om een mountainbikeroute aan te leggen in De Strubben-Kniphorstbosch. In die tijd werd er nog overal gewoon gefietst.
De eerste stap was de aanleg van een noordelijke lus van zo’n vijf kilometer. Een paar jaar later kwam daar een zuidelijke lus bij, eveneens circa vijf kilometer lang. Zo ontstond de basis van wat nu MTB-route Zuidlaren is.
Was er een specifieke aanleiding om een vaste route aan te leggen?
Niet echt. Het was vooral een groeiende behoefte binnen de club en onder lokale bikers om op een uitdagende route te rijden. Destijds speelde het thema wildfietsen nog niet zo’n grote rol als nu. We wilden vooral iets moois te creëren: een aantrekkelijk parcours dat voldoende uitdaging bood.
Hoe bijzonder is het dat de route in het Strubben-Kniphorstbosch ligt?
Heel bijzonder: het is het enige archeologische reservaat van Nederland. De bodem zit stampvol geschiedenis, met grafheuvels, hunebedden en resten van een oude nederzetting.
“De bodem zit stampvol geschiedenis, met grafheuvels, hunebedden en resten van een oude nederzetting”
Toen Staatsbosbeheer het gebied destijds opnieuw ontwikkelde, werd er ook een mountainbikeroute ingetekend, iets waar wij als club natuurlijk erg blij mee waren.
Hoe is de route in de jaren daarna verder gegroeid?
Na de aanleg van de eerste twee lussen en een paar losse trails lag het project een tijdlang stil, vanwege onduidelijkheid over vergunningen en verantwoordelijkheden.
Zo’n vijf jaar geleden ben ik als coördinator ingestapt. Mijn eerste taak was het contact herstellen met terreinbeheerders, grondeigenaren en de gemeente.
Daarna hebben we als crew geprobeerd alle losse stukken met elkaar te verbinden tot één geheel. Zo ontstond de route zoals die er nu ligt: een centrumroute van vijf kilometer en een langere route van ongeveer vijftien kilometer die door de Drentsche Aa loopt.
Met welke uitdagingen kreeg de trailcrew te maken?
In de winter waren sommige stukken nauwelijks begaanbaar, vooral op de zuidelijke lus waar veel water bleef staan. Daar hebben we veel tijd gestoken in de afwatering. Dat was een flinke uitdaging, want vanwege de archeologische bodemschatten mochten we niet zomaar gaan graven.
“Op de zuidelijke lus bleef veel water bleef staan. Daar hebben we veel tijd gestoken in de afwatering”
Met toestemming van Staatsbosbeheer hebben we uiteindelijk op een aantal plekken zand aangevoerd en loopvlakken hersteld. Een mooi voorbeeld is het ‘kuilenpad in het Strubben-Kniphorstbosch, dat met een flinke lading zand – mogelijk gemaakt door het NTFU Bosch eBike Systems Trailfund – werd veranderd in een heerlijk lopende flowtrail.
Is de route voorzien van het NTFU-kleurcodesysteem?
Ja, een aantal jaar geleden alweer hebben we de routes latten classificeren voor het NTFU classificatiesysteem: de moeilijkheidsgraad is blauw, (gemiddeld) en een aantal parallelle lussen zijn rood (moeilijk). Ook hebben we kritisch naar de bebording gekeken en deze op een aantal punten op de route aangepast om meer duidelijkheid te geven aan bikers en mede-recreanten.
Jullie hebben bergen werk verzet. Hoe houd je crewleden betrokken?
Toen ik begon was de onderhoudsploeg erg klein geworden. Dus ben ik aan de slag gegaan om een nieuwe enthousiaste groep op te bouwen. Dit heb ik gedaan door mensen te benaderen, binnen de club, via Facebook, en gewoon door gesprekken aan te knopen in het dorp. Op die manier konden we de werkzaamheden van de oude trailcrew weer oppakken en voortzetten.
Hoe kreeg je mensen zover om weer te helpen?
Dat was best lastig. We zijn begonnen met het organiseren van clubwerkdagen. Wie wilde, kon komen helpen: een paar uurtjes scheppen, bladblazen of snoeien, inclusief lunch in het bos uiteraard. Dat klinkt simpel, maar het sociale aspect is enorm belangrijk. Mensen komen niet alleen voor het werk, ze komen ook voor de gezelligheid.
“Mensen komen niet alleen om te scheppen, bladblazen of snoeien, ze komen ook voor de gezelligheid”
Verder hebben we met de jeugd van de club ‘scheptrainingen’ georganiseerd. In plaats van fietsen gingen ze met schep de route op. Door kinderen op deze manier te betrekken bij het werk van de trailcrew zien ze wat er voor nodig is om een route te onderhouden. Daarnaast is het voor hen natuurlijk ook een mooie kans om zelf bijvoorbeeld bochten te bouwen.
Hoe groot is de groep vrijwilligers nu?
We hebben ongeveer 25 mensen die we als ‘schil’ beschouwen: zij helpen af en toe. De vaste kern bestaat uit een stuk of zes vrijwilligers die er eigenlijk altijd zijn.
Om het werk overzichtelijk te houden, hebben we de route opgedeeld in secties. Voor elk stuk is er iemand verantwoordelijk. Die persoon houdt bij wat er moet gebeuren en trommelt mensen op wanneer dat nodig is. Op die manier blijft het werk behapbaar en wordt de hele route gelijkmatig onderhouden.
Hoe ziet zo’n onderhoudsochtend er in de praktijk uit?
We verzamelen bij onze container bij het voetbalveld in Zuidlaren. Daarin ligt al het gereedschap. We bespreken kort wat er die dag op de planning staat en verdelen de taken. Vaak werken we in kleine groepjes, zodat iedereen kan doen wat hij/zij leuk vindt.
“Vaak werken we in kleine groepjes, zodat iedereen kan doen wat hij/zij leuk vindt”
De één houdt van scheppen en de ander snoeit liever. Tussendoor nemen we tijd voor om wat te eten een te drinken. Het moet leuk blijven, dat is minstens zo belangrijk als het resultaat.
Hoeveel tijd steken jullie gemiddeld in het onderhoud?
In de beginjaren zaten we op ongeveer duizend uur vrijwilligerswerk per jaar. Inmiddels is dat een stuk minder, tussen de 250 en 500 uur, afhankelijk van wat er nodig is. De intensieve klussen kosten veel tijd. Maar in rustige periodes is het bijhouden en controleren.
Zijn het vooral leden van de Dobberieders die meehelpen?
Gedeeltelijk. De vaste kern zijn clubleden, maar we krijgen ook hulp van buitenaf. Dat zijn mountainbikers die geen lid zijn van de vereniging, maar zich persoonlijk willen inzetten voor het onderhoud van de MTB-routes. Ze willen iets terugdoen voor wat ze gebruiken.
Daarnaast organiseren we een paar keer per jaar een clubwerkdag. Naast de vaste trailcrew worden de leden van FTC Dobberieders uitgenodigd om mee te helpen met het onderhoud. Een mooie gelegenheid om eens op een andere manier dan fietsen met elkaar in contact te komen. Samen lunchen hoort daar uiteraard bij.
Zou de trailcrew los van de fietsclub kunnen bestaan?
Daar denken we wel over na. We merken dat mensen soms terughoudend zijn om zich aan te sluiten, omdat het onderhoud nu onder de club valt. Als de trailcrew op eigen benen zou staan, wordt het misschien juist aantrekkelijker voor jongeren om zich als vrijwilliger aan te melden.
“Routes zijn geen eigendom van de club, maar van elke gebruiker”
Routes zijn namelijk geen eigendom van de club, maar van elke gebruiker. Regelmatig gebruik brengt ook verantwoordelijkheid voor het in standhouden met zich mee. Het zou mooi zijn als die ‘clubverantwoordelijkheid’ meer verschuift naar de community.
Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?
Momenteel zijn we met twee grote projecten die het komende jaar of zelfs de komende jaren veel van onze tijd zullen vragen. De eerste is het verleggen van delen van de route in de Strubben-Kniphorstbosch. Door een hernieuwde recreatievisie van Staatsbosbeheer zijn er stukken die verlegd moeten worden. Wij zijn samen aan het kijken wat mogelijke alternatieven zijn.
Daarnaast hebben we plannen voor de aanleg van een MTB-skillspark. Vooral de jeugd heeft daar behoefte aan: zij willen meer uitdaging. Het te bouwen park moet aan die vraag voldoen.
Ook moet het gaan fungeren als een plek voor de MTB-community om samen te komen én te kunnen sporten in een gecontroleerde omgeving. Een aantal leden van de onderhoudsgroep is samen met de gemeente de mogelijkheden aan het onderzoeken.
Wat vind je zelf het leukste aan dit werk?
Wat ik er persoonlijk het leukst aan vind, is het contact met mensen én het bezig zijn in de natuur. Door dit werk leer je het gebied op een heel andere manier kennen. Je ziet niet alleen de paden, maar ook de geschiedenis, de archeologie en de ecologie van het landschap.
“Door dit werk leer je een gebied op een heel andere manier kennen"
En wat minstens zo leuk is: zien dat mensen plezier hebben van je werk. Als je iemand tegenkomt die zegt “wat ligt de route er mooi bij”, of ouders met kinderen ziet fietsen, dan weet je waar je het voor doet. Het geeft voldoening om te weten dat al dat vrijwilligerswerk direct bijdraagt aan fietsplezier voor zoveel mensen.