Wie ben je?
Ik ben Ellen en werk als communicatiemedewerker bij de NTFU. Ik wielren ruim tien jaar wielren en leerde via een ridelist op Fietssport de NTFU kennen. Het was een top tien toertochten waarmee je in Nederland de meeste hoogtemeters maakte. Handig als je niet naar het buitenland kon voor klimkilometers. Ik schreef me in voor alle tochten en dan de langste afstanden.
Wat is jouw rol binnen de NTFU?
Aan mij de taak wereldkundig te maken dat de NTFU opkomt voor de belangen van wielrenners, mountainbikers en gravelbikers. Dagelijks zijn meer dan twintig mensen aan het werk voor jou. Via Fietssport en (fiets)media laat ik zien, horen en lezen wat we doen. Bijvoorbeeld voor een eerlijke beeldvorming, een toekomst voor toertochten en het openhouden van de natuur en routes.
Wat vind je leuk aan je werk?
Het gaat altijd over fietsen! En de NTFU is de enige organisatie in Nederland die zich inzet voor positieve veranderingen in de fietssport. Dat doen we met en dankzij 75.000 leden en uiteraard heeft dat effect voor de meer dan 900.000 mensen die sportief fietsen.
Wat motiveert jou om dit werk te doen?
Eén. Het draait om mensen. Om ruim 900.000 wielersporters om precies te zijn. Werken bij de NTFU geeft me de kans positieve veranderingen teweeg te brengen voor al die mensen die toevallig óók de mooiste sport ter wereld beoefenen. Twee. Er is nog veel verbetering mogelijk. De NTFU staat open voor verandering. We steken niet onder stoelen of banken dat er nog een grote slag te maken is voor een betere beeldvorming bijvoorbeeld. Zo vind ik onze campagne
Woorden raken belangrijk, er moet veel meer aandacht zijn voor vrouwen op de fiets en we moeten korte metten maken met de stereotypering van wielrenners, mountainbikers en gravelbiker.
Wat weten jouw collega’s niet over jou?
Dat ik nog altijd de ijdele hoop heb te gaan hardlopen. Maar dat dat tegen beter weten in is. Ik ben een paar keer begonnen aan een trainingsschema, om telkens halverwege af te haken. Vaak omdat het dan weer mooi weer werd en ik op de fiets stapte.
Welke sport doe je het liefst?
Wielrennen! Ik heb ook een gravelbike, maar zodra ik op mijn racefiets zit, klopt alles. Van hoe ik zit, stuur, trap, train en ontspan. Helemaal in combinatie met yoga. Perfect voor naast het wielrennen. Yoga is kracht, stretch, focus en ontspanning. Je wordt met yoga écht beter op de fiets. En in de winter train ik graag op Zwift.
Op welke (sport)prestatie ben je het meest trots?
Mijn trimmerskoersen in Amsterdam. Ook al weet ik dat zo’n trimmerskoers geen echte wedstrijd is. Maar van die koersjes werd ik wel echt een betere wielrenner.
Hoeveel rossen heb jij in je hok staan?
Twee: Star Trek en K.I.T.T. Oftewel mijn racefiets en gravelbike. Beide verwijzen naar de kleur van de frames: de één is nachtblauw met sterren, de ander matzwart.
Waar maak jij het liefst een rondje?
Rondje Eemmeer via de Eem- en Flevopolder. De polder met z’n vergezichten en strakke wegen. Vooral op een zomeravond zó mooi!
Wat zit er altijd in jouw achterzak tijdens een rit?
Contant geld. Ja, je kunt overal contactloos betalen. Maar hé, mij hebben ze niet als er een storing is of als je bij de boer een doosje aardbeien wilt kopen.
Welke tocht/route staat in jouw geheugen gegrift?
The Ride: in acht dagen van de Stelvio naar de Cauberg. Zelden zo genoten van het fietsen. Een week lang alleen maar fietsen, slapen, eten en genieten. En vooruit: ook afzien.
Wat is je guilty pleasure op de fiets?
Lunchen met taart. Maar alleen tijdens een rit van 100 km of langer. Geen zin om m’n zakjes vol te proppen met gelletjes en repen. Ik wil gewoon koffie en taart, het koekje dat je erbij krijgt ook en als het nodig is, bestel ik nog een keer taart. Ik neem wel een gelletje mee, maar dat is voor de vorm. Meestal belandt ‘ie ver over de datum in de prullenbak.
foto's: Michiel Maas