De afgelopen maanden namen we de proef op de som en smeten de Grappler wortels, singletracks en zandpaden (heel veel zandpaden) naar zijn hoofd, met en zonder bepakking. Ons oordeel - met wat mooie plaatjes - lees je hier.
Déjà-vu: hé die ken ik
Toen ik de Grappler in april mocht ophalen, kreeg ik een soort déjà-vu. "Verrek, dat ding heb ik volgens mij eerder gezien. Sterker nog: ik heb er al duizenden kilometers op gereden." Nog voordat de gravelbike zich op de mainstage van het fietsen meldde, had ik namelijk een Salsa Fargo. Jawel, ook een mountainbike met een krom stuur. Dat model is al sinds 2009 op de markt, terwijl de Grappler - wat 'worstelaar' betekent - zijn eerste opwachting in 2022 maakte. Toen trouwens nog als Ghost Grappler, wat
volgens de Surly-website verwijst naar een van zijn kernkwaliteiten.
Vijf sterren voor phantom fighting
Op het oog zijn er veel overeenkomsten met de Fargo: een breed krom stuur, dikke bandjes, overal nokjes voor bikepacking en een vaste vork. Maar als je iets beter kijkt, zie je wel degelijk verschillen. Verschillen die verklaren waarom Surly het nodig vond om een dropbar mountainbike te ontwikkelen.
Afgezien van het kromme stuur is de Surly Grappler een échte mountainbike.
Kort door de bocht heeft de Grappler mountainbiken écht in de genen zitten. De geometrie neigt wat meer naar die van moderne mountainbikes, de kleinere wielmaat (27,5") duw je in theorie wat makkelijk door krappe singletracks en met de geïnstalleerde dropper post heb je wat meer bewegingsruimte om de randjes op te zoeken. Als je dat zo opsomt, is het niet zo gek dat Surly de Grappler beschrijft als een "dropbar trail mountainbike", als is het verschil met een fully natuurlijk gigantisch. Tenzij je over de skills van een Red Bull freestyle mountainbiker beschikt, zou ik je niet aanraden om double-black-diamond routes te fietsen. Een vaderlands singletrackje hier en daar moet echter geen enkel probleem vormen voor de Grappler.
Stalen frame, stalen vork
Het frame van de Grappler is gemaakt van het favoriete framemateriaal van Surly: staal. De buizen zijn double butted om precies te zijn. Dat betekent dat er twee verschillende buisdiktes worden gebruikt. In het midden zijn de buizen iets dunner zodat er op gewicht wordt bespaard. Op de plekken die veel krijgen te verduren – zoals de bottom bracket – zijn de buizen iets dikker. De keuze voor staal is een logische. Omdat de Grappler niet gemaakt is voor snelheid, speelt het hogere gewicht een minder grote rol. Daarbij komt dat staal tegen een stootje kan en erg comfortabel rijdt.
Die rijdkwaliteit kun je trouwens aanpassen aan je plannen. Bij het achterwiel heeft Surly namelijk aanpasbare dropouts gemaakt. Daardoor kun je het achterwiel enkele millimeters naar achter of voren halen. Dat lijkt niet veel, maar geeft een totaal andere ervaring. Zet je wiel naar achter voor een langere wielbasis en stabiliteit, ideaal op ruige gravelwegen. Pak je regelmatig een krappe singletrack mee? Plaats je wiel wat naar voren zodat je fiets wat levendiger aanvoelt.
Verander het rijgedrag van de Grappler door de dropouts in het frame.
Dan de vork. Het is je waarschijnlijk al opgevallen: deze mountainbike heeft een starre vork, eveneens van staal. Gelukkig leggen de volumineuze banden behoorlijk wat comfort in de schaal, want het vervangen van de vork voor een geveerd exemplaar is een dingetje. Niet in de laatste plaats omdat de Surly-vork vrij kort is en je bij een andere vork een stuk hoger uitkomt en de geometrie dus radicaal verandert. Maar belangrijker nog: de Grappler heeft een afwijkende balhoofdbuis waardoor moderne ‘tapered’ vorken niet passen. Aan die vork zit je dus min of meer vast.
Tenslotte wil ik nog even stil staan bij de uitstraling van de fiets. Dat vind ik doorgaans een beetje flauw omdat of je een fiets mooi vindt erg persoonlijk is. Ik kan een kleur fantastisch vinden, terwijl een ander er van gruwelt. Dat gezegd hebbende, de Grappler ziet er wel moddervet uit. De decals op het frame voeden de cultstatus van het merk, de kleur ‘homesick blue’ past perfect en ook de afwerking van het frame is top. Hoe kan het voor die prijs? Want met een adviesprijs van om en nabij de € 2.000 is de Grappler zeker niet duur.
De Surly-fietsen hebben al roemruchte namen, maar ook aan de kleuren is gedacht. Onze Grappler is gespoten in de kleur ‘homesick blue’. Geweldig toch?
Schakelen, remmen en droppen
Dikke kans dat jouw mountainbike is uitgerust met spul van een van de twee S’en (SRAM of Shimano). Ook hier toont de Grappler zich een vreemde vogel. Hij is namelijk uitgerust met een 1x10 groepset van microSHIFT. Die groep is zeker niet slecht. Het schakelt een tikkie langzamer en zal wat zwaarder zijn, maar schakelt prima. Althans als je niet teveel modder tussen de ketting en bladen heen bonjourt. Want na een aantal kilometer door de kleivelden langs de Maas te hebben geworsteld, geeft de set zich gewonnen. De ketting grijpt wat minder goed in de cassette en slaat af en toe een tandje over. De derailleurs van de giganten vinden dit ook niet leuk, maar leveren minder snel in op prestaties onder deze omstandigheden.
Waar ik meer moeite mee heb zijn de handgrepen. In tegenstelling tot veel andere merken laat microSHIFT de kabels aan de binnenzijde van de grepen naar buiten lopen. Niet handig als je daar net een stuurtas wilt hangen, omdat die je kabels continue in een rare knik duwt. Daardoor kan een rem opeens aangrijpen, je derailleur naar een andere versnelling schakelen of – zoals in mijn geval – het zadel ineens een stuk zakken. De Grappler is namelijk standaard uitgerust met een dropper post.
Standaard gemonteerd op de Grappler: een TransX dropper post met 100 mm travel.
Op mijn mountainbikes rijd ik al jaren rond met zo’n dropper post. Met een druk op de knop laat je je zadel zakken. Daardoor heb je meer bewegingsruimte en kun je jouw zwaartepunt verlagen. Erg handig bij technische secties en steile afdalingen. Eerlijk gezegd heb ik de dropper op de Surly nauwelijks gebruikt. Door het gemis van een geveerde vork en krachtige remmen, kwam ik nauwelijks in situaties terecht waar het echt nodig was om lager te zitten.
De remmen zijn namelijk mechanisch. Een populaire keuze voor bikepacking vanwege hun eenvoud. Gaat de rem kapot, dan hoef je eigenlijk alleen een nieuwe kabel te trekken en de rem opnieuw af te stellen. Handig als je in de middle-of-nowere pech hebt. Nadeel van deze remmen ten opzichte van hydraulische remmen is de remkracht. Die ligt beduidend lager dan bij de variant met het oliekamertje.
De kabeluitvoer van de microSHIFT shifters is een beetje ongelukkig als je met een stuurtas fietst.
De keuze in onderdelen draagt wel bij aan het schizofrene karakter van de Grappler. Aan de ene kant monteer je dus een dropper post voor het tackelen van technisch terrein, terwijl je aan de andere kant remmen hebt waarmee je minder controle hebt op dat terrein. Ook de keuze voor de microSHIFT shifters met de kabels aan de binnenzijde is onhandig, omdat daar toch regelmatig een stuurtas komt te hangen. Gelukkig zijn die problemen eenvoudig op te lossen. MicroSHIFT is namelijk uitwisselbaar met Shimano waardoor je ook hun shifters kunt gebruiken. En ook een zadelpen omruilen is zo gepiept. Geen onoverkomelijke problemen dus. Je kunt de Grappler trouwens ook als frameset kopen. Dan bepaal je lekker alles zelf.