• Overig
  • Gewijzigd op 2 oktober 2023

Fietsen een witte-mannen sport? Een rondetafelgesprek over diversiteit

Vrouwen winnen terrein, maar voelen zij zich ook geaccepteerd in de wielersport? Hoe zit dat met donkere wielrenners? Een gesprek met een ervaren wielrenster, een beginner met Surinaamse wortels en een door de wol geverfde middle-age man in lycra.
Fietsen een witte-mannen sport? Een rondetafelgesprek over diversiteit
Fietsen een witte-mannen sport? Een rondetafelgesprek over diversiteit
Timothy Sabajo is 48 jaar, geboren en getogen in Amsterdam, kind van Surinaamse ouders en general manager bij het hippe kledingmerk Patta. Hij werd door een vriend ‘gedwongen’ om te gaan fietsen en is daar twee jaar terug mee begonnen. Sterker nog, hij heeft een heuse fietsclub opgericht die bestaat uit voornamelijk donkere jongens – rappers, dj’s en modellen - en het is zijn missie om tochten te fietsen in landen als Marokko en Suriname waar de sport nog niet zo bekend is.

“Ik ben begonnen om af te vallen maar het gaat vooral om gezelligheid”, zegt de goedlachse Mokumer. “Wij van Patta leven een beetje in een bubbel, wat het fietsen betreft. Ik hoor de andere twee praten over NTFU en KNWU, daar weet ik allemaal niks van. Wij fietsen gewoon wat voor de lol.”

‘De andere twee’ zijn Anna Woldring (45) uit Haarlem en Jetse van Melick (63) uit Hoeksche Waard. De enige vrouw in het gezelschap fietst al sinds haar tiende en pakte in haar jeugd ook de nodige prijzen. “Tot tien jaar terug heb ik zeven jaar in de VS gewoond”, vertelt de internationaal accountmanager van BBB Cycling.

“Het viel mij op dat daar veel meer vrouwen op een racefiets zaten dan hier. Dat was een openbaring.” Tijdens haar fietscarrière in Nederland was ze altijd ‘één van de weinige meiden’. “Ik fietste met jongens. Er koersten bij de jeugd in mijn leeftijdscategorie misschien vijf meisjes mee, verdeeld over drie provincies. Jaren later, toen ik terugkwam uit de VS, zag ik in Nederland wel meer vrouwen fietsen, maar dan óf in hun eentje óf achter hun vriend aan. Dat heeft mij ertoe bewogen om Velove Haarlem, een fietsnetwerk voor vrouwen, te starten. Het idee was een groepje van tien, inmiddels zijn het er 170.”

Mannenbolwerk

Jetse Melick, buitengewoon opsporingsambtenaar, fietst sinds zijn zestiende. “In die tijd was het bij mijn club echt een mannenbolwerk”, zegt hij bijna verontschuldigend. “Er waren gewoon geen dames of meisjes. Maar ik heb een kentering gezien. Bij mijn club DTC De Mol in Dordrecht is twintig procent vrouw. Wij fietsen gemengd, er is geen haantjesgedrag en niemand probeert vrouwen in diskrediet te brengen. Sterker, bij onze club hebben we vanaf 2013 tot dit voorjaar alleen vrouwelijke voorzitters gehad. In zo’n mannenwereld werkt dat heel dempend.”

"Er wordt wel eens wat geroepen: ‘Hey Joop Chocomel!’"

Timothy knikt: “Vrouwen zie je best vaak op de fiets, maar donkere mensen amper. Nu rijdt er in Amsterdam ineens een groep donkere mensen langs, wij dus. Natuurlijk krijgen we dan opmerkingen. Maar ook sympathie. In het begin stond ik langs de weg met een lekke band, stopte een man en die heeft hem voor me verwisseld. Maar er wordt ook wel eens wat geroepen. ‘Hey Joop Chocomel!’ Ach, ik kan wel wat hebben. Ik kom uit het voetbal, daar is racisme echt de horror.” 



‘Beginner’ Timothy benadrukt dat hij, en zijn donkere vrienden niet zo bezig zijn met de etiquette van de sport. “Ik fiets met mensen die niets met fietsen te maken hebben. Dan krijg ik te horen van serieuze fietsers, die net als wij op een parcours in Amstelveen trainen, dat ik mijn sokken moet ophijsen omdat ik anders op een voetballer lijk. Laatst zat mijn bril kennelijk niet goed… Waar staan die regeltjes geschreven? Daar ga ik allemaal niet aan meedoen.”

Is dit een doorn in het oog zijn van de ervaren Jetse? Hij schudt het hoofd. “Ik vind dit juist geweldig om te horen. Hij heeft een andere beleving dan ik. Ik kom uit de traditionele fietswereld waar donkere mensen geen lid van de club werden, en nu zijn het er bij ons nog maar twee of drie. Maar op ons eiland wonen sowieso weinig donkere mensen. Dat Tim zo denkt, daar kan ik goed mee leven hoor. Ik hou van mensen die out of the box zijn.”

Seksistische opmerkingen

Anna laat weten dat ze een enorme ontwikkeling heeft gezien in de wielersport. “Als meisje moest je mee met de jongens. Zo van: leuk dat je erbij komt, maar dit is hoe wij het doen. Als meisje voelde ik me één van hen, tot ik ouder werd en er uit ging zien als een vrouw. Toen begonnen de seksistische opmerkingen over mijn lichaam. Zo ging dat als meisje tussen alleen jongens. Tijdens de trainingen hoopte ik maar dat ik niet de langzaamste zou zijn en anders zelf de weg naar huis terug kon vinden. Nu is vrouwenwielrennen veel meer ingeburgerd, mensen zien het op tv. Hierdoor worden vrouwen serieuzer genomen.

"Vrouwen worden serieuzer genomen, maar het paardenstaarteffect is er nog wel"

Maar het paardenstaarteffect is er nog wel.” Pardon? “Ik heb een staart onder mijn helm, dat triggert wel eens iets bij mannen. Sommigen willen je er zo snel mogelijk vanaf fietsen.” Tim: “Het zou mij echt niet uitmaken als ik door een vrouw wordt ingehaald. Misschien als ze tachtig is dat wel denk, potverdomme dikke, erachteraan! Maar dan nog is het geen haantjesgedrag, maar juist een motivatie om harder te fietsen.” Anna: “Er is ook steeds meer waardering en sympathie voor je als je als vrouw fietst. Ik reed vorig jaar in de Ardennen en haalde tijdens een klim twee Belgen in. Die riepen ‘Amai, amai!’ Zij vonden het gewoon mooi om te zien. Denigrerende opmerkingen als ‘Meisje, jij hoeft niet op kop!’, hoor je niet vaak meer.” 

Fijn dat vrouwen terrein en sympathie winnen, maar zijn mannen als Jetse niet nog altijd de baas op zondagochtend? “Nee”, zegt hij zelf. “Dat herken ik totaal niet. Wij hebben nu vijf snelheidsgroepen en in drie van de vijf bepalen de dames het tempo, ze kiezen de route uit met hun Garmins en de heren volgen.”

Velolove 

Anna fietst, naast haar eigen Velove, bij TC Excelsior in Haarlem. Twee jaar geleden waren er van de negentig leden maar zeven vrouw. “Ze willen graag meer vrouwelijke leden, maar voor vrouwen is de stap om zich aan te sluiten bij een club mannen groot. Ik ben heel hard bezig om een brug te slaan tussen TC Excelsior en de Velove-vrouwen. In twee jaar tijd is het aantal vrouwen bij de toerclub verdubbeld.”

Tim, wijzend naar Jetse: “Als een club bovenin geen vrouwen heeft zitten, gaan ze er vanaf onderen ook niet komen. Vrouwen in het bestuur krijgen is zo belangrijk. Dat zorgt zeker voor meer vrouwvriendelijkheid binnen de club en dan kan het echt een safe place worden, want daar gaat het om.” Anna: “Ja, dat is het sleutelwoord. Een groep fietsende mannen kan intimiderend zijn, door opgedane ervaringen en hun imago. Een opmerking over jou als fietsende vrouw of dat halve wieltje voor, dat puur gedaan wordt omdat jij vrouw bent, schrikt af.

"Mannen proberen iets en zien dan wel of het lukt, vrouwen willen eerst zeker weten of het lukt"

In de basis zijn we ook zo verschillend. Mannen proberen iets en zien dan wel of het lukt, vrouwen willen eerst zeker weten of het lukt, voor ze iets proberen. Dat zie ik constant terug. Ik ben niet pro ‘alleen vrouwen’, júist niet. Ik probeer de boel samen te brengen. Dat is nu met zeven Velove-vrouwen gelukt. Van de 170…”

Schreeuwende reclames op wielershirts

Dan keert ze zich tot Timothy. “Wat vind jij nou van al die groepen blanke mannen op de fiets? Timothy: “Daardoor is er geen herkenning voor donkere mensen. Je ziet ook steeds vaker mannen met schreeuwende reclames op hun shirt. Mensen uit mijn kring denken dan: waar haal ik dat geld vandaan? De sport raakt dan nog verder verwijderd. Dat zegt meteen alles over het probleem: is er een groep waarmee jij je als donkere jongen of meisje kunt identificeren? Nee, die is er niet. Wij zijn zo’n beetje de enige. En je hebt toch mensen nodig die jou meetrekken.”

Dus zijn rolmodellen als Timothy keihard nodig. “Dat vind ik zo’n lelijk woord. Ik inspireer liever.” En dat doet Anna ook. Maar tevreden over de diversiteit op het fietspad is ze allerminst. “Het is in beweging, eindelijk. Maar het is nog een lange weg.” Hoe toepasselijk. 

Tekst: Thomas Braun
Foto's: Merlijn Spenkelink

 
Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant