• Gezondheid
  • Gewijzigd op 14 januari 2021

Pijn in de nek

Nekklachten kun je onderverdelen in klachten zónder anatomische en mét anatomische afwijking. Of: klachten alleen tijdens het fietsen of niet gerelateerd aan het fietsen. Wanneer is het verstandig naar een medisch specialist te gaan?
Pijn in de nek

Bij het fietsen

Veel fietsers hebben na een tijdje onderweg te zijn of na afloop last van hun nek. Factoren die een rol spelen zijn de fietsafstelling en de fietshouding.

Fietsafstelling: een te ‘korte zit’ (afstand zadel – stuur ) geeft een te ronde rug en, omdat je nu eenmaal vooruit wil kijken, til je meer je hoofd op door achterover-buiging in de nek. Een te ‘lange zit’ geeft meer een holle (onder)rug en vooruitsteken van de kin, wat een overbelasting vormt voor de tussenwervelschijven in de nek. En als je, als oudere jongere, nog steeds je stuur in een aerodynamische tijdritafstelling hebt staan, ga je zeker last van je nek krijgen. Dus met het klimmen der jaren klimt het stuur mee omhoog.

Fietshouding: heb je je fiets goed afgesteld, dan kun je nog de fout ingaan door lekker relaxed in je ellebogen te gaan hangen (overstrekken), je hoofd naar voren en tussen je schouders te laten zakken. Gevolg is dat elke trilling via het stuur rechtstreeks doorschiet naar het bovenste deel van je wervelkolom, waar gewrichtjes, kapsels en tussenwervelschijven de klos zijn. Dus: ellebogen licht gebogen, kin ligt intrekken (onderkin maken) en ogen ongeveer vijf meter vooruit richten op het wegoppervlak. Wil je verder vooruit kijken, beweeg dan alleen je ogen omhoog.

Meer vering is minder klachten

Vooral door het ruige parcours komen nek- en rugklachten vaker voor bij mountainbikers. Een onderzoek toonde aan dat er een directe relatie is tussen de nek- en rugklachten en het aantal kilometers dat per jaar fietst. Daarnaast bleek een omgekeerde relatie te bestaan tussen de mate van vering van de fiets en de mate van klachten: geen vering de meeste klachten, dubbelgeveerd de minste klachten.

/img

Bij het fietsen

Veel fietsers hebben na een tijdje onderweg te zijn of na afloop last van hun nek. Factoren die een rol spelen zijn de fietsafstelling en de fietshouding.

Fietsafstelling: een te ‘korte zit’ (afstand zadel – stuur ) geeft een te ronde rug en, omdat je nu eenmaal vooruit wil kijken, til je meer je hoofd op door achterover-buiging in de nek. Een te ‘lange zit’ geeft meer een holle (onder)rug en vooruitsteken van de kin, wat een overbelasting vormt voor de tussenwervelschijven in de nek. En als je, als oudere jongere, nog steeds je stuur in een aerodynamische tijdritafstelling hebt staan, ga je zeker last van je nek krijgen. Dus met het klimmen der jaren klimt het stuur mee omhoog.

Fietshouding: heb je je fiets goed afgesteld, dan kun je nog de fout ingaan door lekker relaxed in je ellebogen te gaan hangen (overstrekken), je hoofd naar voren en tussen je schouders te laten zakken. Gevolg is dat elke trilling via het stuur rechtstreeks doorschiet naar het bovenste deel van je wervelkolom, waar gewrichtjes, kapsels en tussenwervelschijven de klos zijn. Dus: ellebogen licht gebogen, kin ligt intrekken (onderkin maken) en ogen ongeveer vijf meter vooruit richten op het wegoppervlak. Wil je verder vooruit kijken, beweeg dan alleen je ogen omhoog.

Meer vering is minder klachten

Vooral door het ruige parcours komen nek- en rugklachten vaker voor bij mountainbikers. Een onderzoek toonde aan dat er een directe relatie is tussen de nek- en rugklachten en het aantal kilometers dat per jaar fietst. Daarnaast bleek een omgekeerde relatie te bestaan tussen de mate van vering van de fiets en de mate van klachten: geen vering de meeste klachten, dubbelgeveerd de minste klachten.

/img
Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant