Hij heeft zo’n beetje het leukste werk ter wereld, zegt Reijer den Hertog. Op zijn visitekaartje staat Senior eMTB engineer bij Trek. Dat betekent in de praktijk dat hij veel fietst. Heel veel zelfs. Steeds op zelf ontworpen e-mountainbikes.
Modellen die hij na marktlancering met zijn team een beetje aanpast en finetunet op punten waarvan hij denkt dat er verbetering mogelijk is. Gewoon voor een net iets betere performance. Een tikkeltje meer comfort. En ook voor extra controle. “Het werk is eigenlijk nooit af. De lat bij onze modellen komt steeds wat hoger te liggen.”
“Het werk is eigenlijk nooit af”
Reijer werkt inmiddels vijftien jaar voor Trek. In de beginjaren concentreerde hij zich nog op het assortiment elektrische stadsfietsen, maar dat veranderde toen een collega, productmanager Miguel Pecchia, toekomst zag in elektrisch ondersteunde mountainbikes.
“Hij zit in Zwitserland, daar waar de e-mountainbikemarkt in Europa is ontstaan. Er lagen volgens hem kansen om in navolging van stadsfietsen ook mountainbikes elektrisch te ondersteunen.”
De eerste Trek e-MTB
Zo geschiedde: Trek bracht in 2013 de eerste e-mountainbike uit, de Powerfly-hardtail, twee jaar later gevolgd door een full suspension, de Powerfly FS. Dat waren, zo zegt Reijer nu, niet meer dan conventionele, bestaande mountainbikes met daaronder een Boschmotor ‘geplakt’. De accu zat daarbij nog pontificaal op de buis gepositioneerd. Reijer was van dichtbij betrokken bij de ontwikkeling.
“We kwamen op die manier in contact met het mountainbiketeam in Amerika. In Nederland waren we nog best klein en in Amerika werd het al snel een steeds belangrijkere categorie. Voor een goede inbreng van onze kennis heb ik vijf jaar in Amerika gewoond. Daar heb ik alleen aan e-mountainbikes gewerkt.”
Van Amerika naar Nederland
In 2019 kwam Reijer terug naar Nederland. Hij zette zijn werk vanuit het Europese kantoor in Harderwijk voort en bouwde een team met nog een engineer en designer om zich heen.
Voor Trek was het belangrijk om ook in Europa actief te zijn. Enerzijds voor kruisbestuiving met de ontwikkelaars van gewone stadsfietsen – “Er is altijd wel overlap met technieken die we voor ‘gewone’ e-bikes bedenken.” En anderzijds om dichter op de toeleveranciers te zitten die veelal gevestigd zijn in Europa.
“Voor Trek was het belangrijk om ook in Europa actief te zijn”
“Shimano Europe zit in Nederland, Bosch in Stuttgart. En dan heb je nog TQ in München waarmee we optrekken. De Fuel EXe was ons eerste model met het TQ-systeem. Bij die nieuwe fiets hebben we heel nauw samengewerkt met TQ. We konden allerlei zaken finetunen op basis van onze wensen: de motorophanging willen we graag zo en de batterij lay-out het liefst op deze manier.
Het is heel anders dan hoe het normaal gaat. Dan zegt een toeleverancier meestal: dit zijn onze componenten en die kun je op je modellen toepassen.”
Het partnership met TQ wordt nu verder versterkt, zegt Reijer. “Ik kom dus best regelmatig in München, gewoon om dingen te proberen.” Voor Trek is dit soort contactmomenten van groot belang, want uiteindelijk sijpelen technieken en toepassingen door in meerdere productcategorieën.
“Neem de FX+ 7, onze lichtgewicht stadsfiets: de lay-out van het e-bikesysteem is dezelfde als bij de Fuel EXe. De TQ-motor en het display zijn daarvan afgekeken. En je schuift de batterij op dezelfde manier uit de fiets.”
Beginnen vanaf scratch
Reijer en zijn collega’s werken doorgaans aan zo’n drie projecten tegelijk. Soms betreft het compleet nieuwe innovaties: modellen die Trek nog niet in haar collectie had. “Waar we bij de eerste e-mountainbikemodellen een bestaande fiets als uitgangspunt namen, beginnen we nu helemaal van scratch.
Onze aanpak is e-mountainbikespecifiek. We bedenken de basis, de geometrie en hoe de vering werkt en houden rekening met de mogelijkheden voor ondersteuning en aandrijfkrachten. Het totaalplaatje is doorslaggevend”, zegt Reijer, die zijn e-mountainbikes ook herkenbaar wil houden als typische Trek-fietsen.
“Je gebruikt een Trek-specifieke designtaal. Wat altijd constant is, is de top tube en de lay-out van de vering. En vaak ook de vorm van de head tube. Zet je verschillende Trek-modellen naast elkaar, dan zul je zien dat het lijnenspel van de frames grotendeels overeenkomt.”
Doorontwikkeling
Naast nieuwe innovaties werkt Reijer aan doorontwikkelingen van bestaande modellen. Ook hier zijn de wisselwerking en het samenspel met Jorne de Vries, Product designer, en Gerjan Olsder, net als Reijer Senior Bicycle engineer, van onschatbare waarde. Zij verzamelen én verwerken feedback van onder meer dealers, collega’s, consumenten en profsporters en mixen die met eigen bevindingen.
Door zelf deel te nemen aan wedstrijden en evenementen en te testen weet het team in Harderwijk als geen ander inzichtelijk te maken op welke punten verbetering mogelijk is. Als voorbeeld noemt Reijer het prototype dat geleid heeft tot de vrij recent geïntroduceerde, vijfde generatie van de Rail+.
“Door zelf deel te nemen aan wedstrijden en evenementen weet het team in Harderwijk op welke punten verbetering mogelijk is”
Hij en zijn team namen de vierde generatie als vertrekpunt en verduidelijkten met stickers en aantekeningen wat er precies veranderd moest worden. Dat beplakte en bewerkte frame gebruikten de CNC-frezers in Amerika om er een aluminium prototype van te maken dat vervolgens in Harderwijk werd opgebouwd voor een technische check en test.
“We hebben op zo’n moment een kaal frame dat er nog niet uit ziet en proberen dan bijvoorbeeld een bepaalde geometrie uit. Vanuit het productmanagement krijgen we een overzicht met mogelijke specs, zoals de vering. We testen en evalueren dat. Datzelfde doet het team in Amerika. Bij overeenstemming volgt de designfase, om het model mooi te maken.
Slim produceren
Daarna komen de productieaspecten om de hoek kijken. Hoe kunnen we het model gemakkelijk produceren? Hoe houden we hem licht? Daarbij is communicatie met Azië belangrijk, want daar worden de frames gemaakt.”
De Trek-ontwikkelaars kijken zeker ook door de bril van de productieteams naar hun ontwerpen en proberen het maak- en assemblageproces te vergemakkelijken. “Eerst hadden we een accu die uit de zijkant van de buis kwam. En nu is de accu van Bosch iets compacter en korter en komt hij aan de onderkant eruit. Dat zorgt voor extra productiegemak.
Voorheen hadden we covers in tweehonderd kleurtjes op voorraad om te kunnen matchen met het frame. Nu, met de opening aan de onderzijde, is er alleen nog een zwarte kap die voor alle modellen gelijk is. Dat is mega eenvoudig voor de assemblage in Hartmannsdorf, maar ook voor customer service.”
Het Harderwijker team blijft het ontwikkelingsproces volgen en begeleiden totdat de nulserie succesvol van de band rolt. “Pas als de eerste pak ‘m beet duizend fietsen in elkaar gezet zijn en alle processen tot in detail gefinetuned zijn, zit ons werk er voor dat specifieke model op. Soms blijkt dat er nog een handleiding moet worden verduidelijkt of is er een extra notitie op de werktekening nodig.”
Trots gevoel
Als de fietsen uit de fabriek komen en mensen er voor het eerst op rijden, overheerst bij Reijer het trotse gevoel. “Neem de jongste Rail+. Door de nieuwe, compactere Bosch-technologie hebben we het frame kunnen verbeteren, ook voor de framematen S en M.
Het valt veel mensen gelijk op hoe lekker hij rijdt en klimt. De handling en de zitpositie zijn veel beter in vergelijking met de voorgaande generatie. Rijd je twee rondjes achter elkaar – eerst op de oude, later op de nieuwe – dan merk je het verschil. Al het voorbereidende werk betaalt zich dan terug.”
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met Trek Bikes
Tekst: Rick Booltink
Foto's: Trek