Interview met Dennis Oolbekkink, schrijver van 100 cols in Nederland

Een hobbelig bosfietspad leidt ons van het vlakke rivierenlandschap naar de heuvels van het Rijk van Nijmegen. Dennis duikt de afdaling in. Mikpunt: de Zevenheuvelenweg, nummer negentien uit het boek 100 cols in Nederland. 2,8 kilometer, met 53 hoogtemeters en maximaal 8,8 procent.

De klimfanaat begint te enthousiast te vertellen. “Wist je dat het parcours van de Zevenheuvelenloop hier van links komt, dan rechtdoor gaat over de hellingen en linksaf slaat voor Berg en Dal? En in Groesbeek reden we net langs de Stollenberg. Ook een fijn klimmetje.”

Op de achterflap van het boek staat dat Dennis ‘een fietsende encyclopedie is van de Nederlandse heuvels’. Die indruk wordt op de fiets bevestigd. Hij deelt al die kennis nu in zijn boek, waarin 100 beklimmingen van Nederland zijn gerangschikt op zwaarte. Van koning Camerig in Zuid-Limburg (413 indexpunten) tot de molshoop De Bunt op de Brabantse Wal (35 indexpunten).

Het 238 pagina’s dikke boek bewijst dat je niet alleen ver weg maar ook dichtbij hoogtemeters kunt maken. Het is het resultaat van duizenden kilometers verkennen en vele uren schrijven en fotograferen. 

Kunstmatige heuvel

Het zaadje werd geplant op een kunstmatige heuvel in de pannenkoekvlakke polder bij Hoofddorp. Dennis had zich als veertienjarige met een schoolteam ingeschreven voor Alpe d’Huzes. Voor dat doel moest natuurlijk bergop getraind worden. Hij tikte een oude racefiets op de kop via Marktplaats. “Ik had geen idee welk merk maar hij was wit, had een triple en ik vond hem prachtig”, lacht hij. In een zoektocht naar hoogtemeters bij zijn woonplaats Nieuw-Vennep, stuitte hij op Big Spotters Hill. Een bult met twintig hoogtemeters. Hij begon te rekenen: “Als je hem dan twintig keer op en neer fietst, heb je twintig keer twintig is 400 hoogtemeters. Dat zou je dan zestien keer moeten doen tijdens Alpe d’Huzes.”

"Dennis ging op zoek naar meer rimpelingen in het Nederlandse laagland"

Dennis ging op zoek naar meer rimpelingen in het Nederlandse laagland en vond die op plekken als het Kopje van Bloemendaal in de Noord-Hollandse duinen. Vanaf dat moment werd elke glooiing in het landschap een uitdaging. "Als ik een oplopend weggetje zie, begint het te kriebelen. Hoe steil is dat? Hoe zou het voelen om daar tegenop te rijden? Dan moét ik er tegenop. In het begin om te kijken of ik ergens boven zou komen. Tegenwoordig om te zien waar mijn limiet ligt."  

Verslingerd aan cijfers

Niet dat Dennis per se een goede klimmer is. In tegendeel. Met zijn stevige bovenbenen en 1 meter 88 is hij alles behalve een broekzakformaat klimmer. “Ik ben eerder een ‘puncher’. De Fromberg in Limburg is eigenlijk al te lang. Het Kopje van Bloemendaal is meer mijn ding. Maar dat maakt me niet uit. Ik vind het mooi om op iconische beklimmingen in het spoor te gaan van de profs. Klimmen is ook tactisch interessant. Dat je calculeert: als ik op het steile stuk tien seconden verlies, kan ik op de uitloper doortrekken en een scherpe tijd neerzetten.” 

Het is al een paar keer in dit interview naar voren gekomen: Dennis is verslingerd aan cijfers. Als business controller houdt hij zaken als de winstmarges en inkoopkosten in de gaten bij een supermarktorganisatie. Klimmen is volgens hem niet alleen je benen laten spreken, maar ook de kunst van het rekenen op de fiets. 

"Een steile helling is nog zwaarder als je hem in de verte al kunt zien liggen"

De ‘cijferfetisj’ komt ook terug in het boek. Alle beklimmingen zijn voorzien van profielkaartjes met stijgingspercentages, hoogteverschillen en dus indexpunten, de graadmeter voor de zwaarte van een helling. Maar het is alles behalve een droge opsomming. De klimmetjes, zijn gebundeld per streek, inclusief routes die je kunt rijden rond plekken als Nijmegen, de Utrechtse Heuvelrug of Veluwe. “Ik heb de beklimmingen omschreven vanuit het oogpunt van de fietser. Een steile helling is nog zwaarder als je hem in de verte al kunt zien liggen bijvoorbeeld. Dan krijg je echt een klap in het gezicht.”

Buitencategorie

Precies dat ervaren we als we de Oude Holleweg voor de wielen krijgen. We rijden over een klinkerweg die totaal niet bolt en zien de steile helling het bos induiken. Oei! De nummer negen uit het boek is ‘vanuit Nederlands oogpunt een klim van de buitencategorie’, aldus het boek. Leuke tip uit het boek: pak de avontuurlijke aanloop naar de Oude Holleweg via de smalle en groene Elzenweg. 

Waarom Dennis vond dat dit boek er moest komen? “Ik kende al boeken als de ‘Toppen Top 40’ en ‘Over de heuvels’ in Zuid-Limburg. Fantastische boeken, maar toch ontbrak er in mijn ogen een echt compleet naslagwerk. Ik begon met uitdenken en had daar zoveel plezier in dat ik dacht: dan kan ik het boek net zo goed schrijven. Hij begon zijn selectie bescheiden, met 50 beklimmingen. Maar al snel groeide de lijst. "Ik dacht: dan mis ik die klim en die klim. Dan doe ik Nederland eigenlijk tekort.”

"Het maken van het boek kostte uiteindelijk bijna twee jaar tijd"

Het maken van het boek kostte uiteindelijk bijna twee jaar tijd. Dennis fietste elke helling uit de top 100 opnieuw en bracht ze allemaal in beeld. Met (fiets) vrienden Suus en Wouter of zijn ouders als fotograaf, ging hij op pad. Soms voelde het als werken – ‘tien minuten fietsen, tien minuten foto’s maken’ – maar hij deed het vooral met plezier. “We hebben er per regio een minivakantie van gemaakt. Schrijven, fietsen, fotograferen, het was fantastisch om te doen.” 

Witte poort

Zelfs op plekken waar je het niet verwacht, liggen verborgen parels. "De Hullekesberg op de Veluwezoom bijvoorbeeld. Deze dalen de meeste fietsers af tijdens een rondje Posbank. Maar bergop is hij ook prachtig. Door het boek ben ik mijn eigen gewoontes gaan doorbreken."

We fietsen nog langs de glooiende rafelranden van Nijmegen voordat we weer richting het vlakke rivierenland afdalen. “Kijk, daar ligt de Profetenlaan. Een prachtig klimmetje naar een witte poort. Ook mooi om te doen”, wijst Dennis. Hij hoopt met zijn boek fietsers vooral te enthousiasmeren om eropuit te trekken. “Ik hoop dat fietsers nieuwe plekken gaan ontdekken. Dat ze denken: hé, ik rijd gewoon een dagje naar het Rijk van Nijmegen of de Sallandse Heuvelrug voor een paar mooie beklimmingen. Niet alleen ver weg, maar ook dichtbij valt er nog zoveel te ontdekken.”

100 Cols in Nijmegen

Deze pittige klimroute leidt je langs een serie klimmetjes uit het boek 100 cols in Nederland. Lengte: 72 kilometer, 775 hoogtemeters

Download de route