Jos van Schijndel, coördinator verenigingsondersteuning, is trots op de jaarlijkse NTFU-kalender. Daarop staan grote én kleine tochten. “De diversiteit is enorm, en daarmee is er dus ook voor elk wat wils. Sommige tochten worden gehouden door organisaties met een meer commercieel karakter, maar het merendeel wordt georganiseerd dankzij de inzet van vele verenigingsvrijwilligers. Verenigingen zijn nog altijd dé kurk waarop de wielersport drijft.”
De organisatie van toertochten versterkt bij veel verenigingen het clubgevoel. Maar ook de trots op de omgeving is een belangrijke reden om toertochten te organiseren. De lokale routemeesters laten jou en je vrienden graag de mooiste plekjes van de streek zien. Veel tochten onderscheiden zich door de faciliteiten die ze deelnemers bieden.
Clubtochten kennen vaak wel een pauzeplek met repen en sportdrank én een versnapering aan het eind van de tocht, maar overladen de deelnemers niet met entertainment of goodiebags. Voor dergelijke tochten ligt het inschrijfgeld logischerwijs veel lager dan voor veelomvattende evenementen.
60 procent onder tien euro
Bij ruim 60 procent van alle tochten betalen deelnemers minder dan tien euro voor een startbewijs. Van de NTFU-toertochten heeft overigens 64 procent minder dan 500 deelnemers. Deze behoren ook tot de goedkoopste; 43 procent van deze ritten kost minder dan 7,50 euro.
"Bij ruim 60 procent van alle tochten betalen deelnemers minder dan tien euro voor een startbewijs"
Van Schijndel, heel eerlijk: “Zo vinden we als NTFU weleens dat een vereniging, om de clubkas te spekken, best wel een euro of twee meer mag vragen. Als je als vereniging net iets meer overhoudt, kan je de sport ook verder ontwikkelen. Ons bereiken zelden of nooit klachten over de kosten van de kleinere tochten. Voor veel mensen hoeft het allemaal niet steeds gekker en groter. Als ze maar waar voor hun geld krijgen.”
Evenementenland
Hoewel Nederland bij uitstek een evenementenland is, trekt slechts zeven procent van alle tochten meer dan 1500 fietsers. Eén van de grootste is de Toerversie van de Amstel Gold Race, die ruim 15.000 individuele deelnemers én een groot aantal bedrijventeams lokt. Vele duizenden worden jaarlijks uitgeloot en grijpen naast een deelnameticket van 59 euro.
Jos van Schijndel: “Zo’n grote tocht als de Amstel Gold Race heeft een grote uitstraling, een apart karakter. Die wil je toch een keer gereden hebben. En dus zal je het, als je bent uitgeloot, het jaar erop – ondanks de kosten - zeker weer proberen. Voor dat geld kan een deelnemer er bovendien op rekenen dat hij ontzorgd wordt.”
Appelflappentocht
Voorzitter Jurgen van Limpt organiseert met de leden van Het Snelle Wiel jaarlijks de CineCitta Appelflappentocht. De mountainbiketocht, met start en finish bij de accommodatie van de club in Hapert, wordt iedere voorlaatste zondag van oktober gehouden. Kosten voor de deelnemers? Slechts zeven euro, als je geen lid bent van de NTFU. Ben je dat wel, dan gaat er zelfs nog een euro af. Bijna letterlijk voor een appelflap en een ei dus.
"De Appelflappentocht kost slechts 7 euro. Dat is bijna voor appelflap en een ei"
Twee jaar terug overigens was de prijs nog maar vijf euro. “De afgelopen twee edities hebben we er telkens een euro bijgedaan. Daar hebben we uitgebreid over vergaderd’’, zegt Van Limpt serieus. “We willen de deelnemers niet overvragen en vinden onze prijs voor een tocht met een regionaal karakter prima. We bezuinigen nergens op, maar we doen ook niet gek. Dat is een bewuste keuze. We zijn er eerst en vooral voor de lokale mountainbiker die gewend is om op zondag met zijn vrienden een tochtje te rijden en daar slechts een paar euro voor neer wil tellen.”
Prijs van de appelflap
Er zijn bij elke vergadering van het organisatiecomité slechts twee serieuze discussiepunten: de prijs van de tocht én de appelflap. “Die flappen nemen we altijd af bij de bakker in het dorp. Er is weleens geopperd voor een goedkopere optie te gaan, maar dat is voor de meesten van ons een ‘no go’. Die appelflap is ons uithangbord, dat maakt onze tocht uniek en maakt dat ze onze tocht onthouden.”
Ook al levert de bakker tegen inkoopsprijs, dan nog kosten de flappen zo’n 1,25 euro per stuk. Daarmee is direct de grootste kostenpost voor Het Snelle Wiel genoemd. “En dit jaar hebben we een paar honderd pijlen bijbesteld vanwege een aanpassing van de route.” In het weekend zelf is een 100-tal vrijwilligers actief.
7000 euro ‘winst’
Met zo’n 1400 deelnemers blijft er jaarlijks pakweg 7000 euro over voor Het Snelle Wiel. Daar organiseert de club andere, minder lucratieve activiteiten voor de jeugd van en wordt het complex onderhouden.
“We hebben een aantal eventsponsoren, lokale bedrijven die ons graag helpen. Daarmee dekken we zo’n beetje alle kosten van het evenement.” Zodoende stroomt er een leuk bedrag richting de clubkas, en hebben de deelnemers ook nog eens een mooie zondag voor weinig geld.
"Met zo’n 1400 deelnemers blijft er jaarlijks pakweg 7000 euro over"
Krijgen zij waar voor hun geld? “Zeker weten! We afficheren onszelf als een regionaal, laagdrempelig evenement, maar wel tot in de puntjes geregeld. De deelnemer weet dat hij niet het randgebeuren krijgt dat bij een landelijk commercieel evenement zit. Maar hij betaalt dan ook een stuk minder.” Maar denk niet dat de organisatie alles amateuristisch aanpakt. “We hebben het NTFU-keurmerk ‘Extra Goed Geregeld’. Ook hebben we een ‘fast lane’ voor mensen die vooraf inschrijven. Zij kunnen binnen een minuut starten, dat is een behoorlijke luxe natuurlijk.”
Lege handen
En het is ook zeker niet zo dat je met lege handen of een lege buik staat, als je je in Hapert meldt. Onderweg wordt op de pauzeplek soep uitgedeeld en liggen er koeken. En aan de streep zijn er douches en bij het clubgebouw kunnen de deelnemers op het terras (tegen betaling) iets nuttigen. Een groot horecaplein met foodtrucks is er echter niet.
“Want er zijn er al veel die vol zitten na zo’n appelflap”, lacht Van Limpt. Het entertainment is bescheiden. “Er is muziek, dat wel. Maar niet zo’n spektakel als bij van die commerciële tochten. Het is kleinschaliger, maar wel gezellig.”
Het Snelle Wiel krijgt echter nooit klachten over de faciliteiten. Voor dit type toertocht wordt deze tocht juist enorm goed verzorgd. “Iedereen heeft goede zin en we horen na afloop vaak terug dat de mensen een prachtige dag hebben gehad. Dat geeft veel voldoening moet ik zeggen.”
Toerversie Amstel Gold Race
Roy Packbier van The PEPr Company durft gerust toe te geven dat zijn toertocht waarschijnlijk de duurste van Nederland is. “Een kwestie van vraag en aanbod’’, zegt hij eerlijk. Wie zich aanmeldt voor de Toerversie van de Amstel Gold Race doet met ruim 30.000 anderen mee aan de loting. “We moeten ieder jaar tien- tot vijftienduizend mensen teleurstellen.” Als je gelukt hebt, krijg je een deelnameticket van 59 euro.
"Er staan DJ’s onderweg en juichschermen waarvoor je vrienden een filmpje kunnen insturen"
Voor dat geld krijg je dan wel ‘een totaalplaatje’, compleet met entertainment vooraf, onderweg én na afloop. “Er staan DJ’s onderweg en juichschermen waarvoor je vrienden een filmpje kunnen insturen. En we organiseren altijd een finishfeest met grote artiesten als Xander de Buisonjé, of zoals dit jaar Marco Schuitmaker.”
Finishstraat van profkoers
‘Unique selling point’ is natuurlijk eerst en vooral het parcours. De tocht gaat goeddeels over de route die de profs een dag later ook afleggen. “De laatste 600 meter rijden de deelnemers door de finishstraat van de profkoers, die entourage is uniek. Dezelfde speakers die zondag de koers voor de beroepsrenners van commentaar voorzien, halen de toerfietsers binnen.”
Met zulke aantallen is een professionele organisatie vanzelfsprekend vereist. En kom je er niet met wat vrijwilligers. “Al onze mensen krijgen een vergoeding.” En dat zijn er nogal wat. “We hebben naast die speakers nog honderden andere medewerkers.” Er zijn alleen al 200 verkeersregelaars, en 60 man bij de verzorgingsposten. Bij de start en finish lopen zo’n 25 beveiligers rond. “En dan is er natuurlijk nog het entertainment, de dj’s onderweg, de artiesten bij de finish, het licht en geluid.”
Belangrijke schakel
Packbier erkent dat met de opbrengst van de toertocht een belangrijk deel van de kosten van de Amstel Gold Race zelf worden gedekt. “De toertocht is in ons hele opzet een belangrijke schakel. Daarom baalden we vorig jaar ook zo van dat ‘issue’ met de gemeente Vaals, die de toertocht aanvankelijk niet meer binnen de gemeentegrenzen wilde ontvangen. Daarmee lag er feitelijk ook een bom onder de profkoers.” Als de toertocht verdwijnt, valt alles in duigen, zei koersdirecteur Leo van Vliet vorig jaar dan ook.
Behoorlijke sponsorbedragen
Het spreekt vanzelf dat The PEPr Company percentueel netto minder overhoudt van het inschrijfgeld dan Het Snelle Wiel. Er komen wel behoorlijke sponsorbedragen binnen. “Een aantal grote bedrijven die ook de profwedstrijd ondersteunen vinden het bijvoorbeeld heel erg leuk om juist voor alle toerfietsers ook iets te doen.”
"Tegenover de inkomsten staan veel kostenposten, zoals de pakweg 3000 pijlen, entertainment, eten en drinken, de EHBO-posten, podia en tenten"
Packbier kan tegenover de inkomsten zonder moeite veel kostenposten noemen, zoals de pakweg 3000 pijlen, de ploegen die deze pijlen plaatsen, het entertainment, de inkoop van eten en drinken, de EHBO-posten, de podia, tenten en inrichting van de pauzeplaatsen.
Via enquêtes worden deelnemers na afloop gevraagd naar hun mening. Met kritiekpunten wordt wat gedaan, verzekert Packbier. “We krijgen dan heel uiteenlopende opmerkingen terug, maar zelden gaat het over de kosten. Of over het aanbod bij de stopplaatsen. Daar liggen ook zoveel verschillende soorten fruit, koeken en repen dat er voor ieder wel wat wils is. Deelnemers hebben vaak eerder tips dan kritiek.”
Hogere kosten
Organisatoren van toertochten worden de laatste jaren geconfronteerd met steeds meer leges en hogere kosten van terreinbeheerders als Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Belgische Natuur en Bos.
Roy Packbier: “De leges vallen wel mee, een vergunning kost ons doorgaans tussen de 50 en 250 euro per gemeente. Maar de terreinbeheerders hebben een nieuwe inkomstenbron gevonden.” Sommige vragen tijdens toertochten wel een euro per deelnemer. Packbier: “Wij zijn niet tegen een afdracht, zeker niet. Maar we willen wel van de wildgroei af. De één belast je per deelnemer, ongeacht of je tien kilometer of vijf meter over hun terrein gaat. De ander kijkt juist vooral naar het aantal kilometers, of komt met een totaalbedrag, of je nu met veel of weinig deelnemers bent.”
De Amstel Gold Race-organisator heeft al contact gehad met de NTFU over dit punt en trekt momenteel gezamenlijk op met andere Limburgse organisaties. “We hopen op een oplossing waar iedereen tevreden mee is.”
Ook Het Snelle Wiel wordt bij verschillende evenementen geconfronteerd met de kosten die terreinbeheerders rekenen. Voorzitter Jurgen van Limpt: “De impact op een inschrijfgeld van zeven euro is enorm, dat zul je begrijpen. Daarnaast heb ik er ook een principieel probleem mee: deze beheerders worden vaak via subsidies gefinancierd om de natuur te onderhouden, maar ook met de gedachte om deze natuur dan, binnen kaders, beschikbaar te stellen voor recreatie.”
De afdeling belangenbehartiging van de NTFU maakt zich sterk voor eensluidend beleid, zodat verenigingen én commerciële organisatoren weten waar ze aan toe zijn. Jos van Schijndel: “Als geen ander begrijpen wij dat we de natuur waarin wij zo graag sporten ook intact moeten zien te houden. Dat daarvoor een vergoeding gevraagd wordt, is begrijpelijk. Maar we moeten inderdaad wel voorkomen dat het te ondoorzichtig wordt en organisaties voor unfaire bedragen worden aangeslagen.”
Tekst: Edward Swier
Beeld: Appelflappentocht en Toerversie Amstel Gold Race