De bergpas begint in het dal van de rivier de Ubaye in het départmenet Alpes-de-Haute-Provence. Saint-Paul-sur-Ubaye is het laatste dorp voor de bergpas op 1.470 meter hoogte. De weg stijgt daarna over vrij korte afstand naar de top van de bergpas. De weg is redelijk breed en heeft slechts een viertal haarspeldbochten. Het uitzicht vanaf de pashoogte is niet heel bijzonder, de pashoogte wordt aan beide zijden geflankeerd door berghellingen tot 2.800 meter hoogte. Zowel richting zuiden als noorden kijkt men niet diep een dal in. Vanaf de pashoogte, die op de grens ligt met het département Hautes-Alpes, daalt de weg vrij geleidelijk naar Vars, een skidorp dat op 1.800 meter hoogte ligt. Vanaf Vars volgt dan een ongeveer 7 kilometer lang deel dat redelijk breed en bovendien niet erg bochtig is. De echte afdaling bevindt zich vlak voor Guillestre, waar men via een serie haarspeldbochten snel afdaalt van 1.500 naar 1.000 meter. De weg over de Col de Vars is tussen 1890 en 1893 aangelegd door het Franse leger. De Col de Vars is weinig toeristisch, de meeste toeristen gebruiken het als doorgaande route vanaf de Col du Galibier tot de Col de la Bonette. Het skidorp Vars wordt voornamelijk vanaf Guillestre aangereden, via de N94. Tour de France De Col de Vars is opgenomen in de 18e etappe van de Tour de France van 2017. Feitelijk gaat het al vanaf 21,5 kilometer onder de top – in Jausiers – al continu omhoog met een vriendelijk percentage van rond de 2 à 3%. De laatste 9,3 kilometer, als de klim officieel begint, zijn met een gemiddelde stijging van 7,5% andere koek. Onder de top is er zelfs een 2 kilometer lange strook met 10 à 11%. Via een razende afdaling duikt het peloton naar Guillestre, waar dan stilaan het beest van deze Tour de France uit de schaduw treedt: de Col d’ Izoard. Qua profiel vergelijkbaar met de Col de Vars, maar in alles groter en grootser. Officieel staat de klim te boek als 14,1 kilometer lang, maar eigenlijk gaat het al direct na de afdaling van de Col de Vars omhoog. Zo bezien is de Izoard 32 kilometer tegen een gemiddelde van ruim 4%, maar hanteren we de officiële afstand, dan is de gemiddelde stijging 7,3%. De laatste 10 kilometer zijn zelfs nóg zwaarder, namelijk 9% gemiddeld. Via steile stroken en haarspeldbochten koersen de renners naar het kale en koude maanlandschap van Casse Déserte, waar hun moegetergde benen smeken om verlossing in de vorm van de meet.