Een écht Vlaams volkscafé herken je aan de stoof, san- severia’s en droge saucissen boven de toog. Extra bonus- punten zijn er voor een vloer met wit-zwarte tegels en een bejaarde cafébazin. In d’Oude Schelde is het alsof je in een schilderij van Gaston Permeke vertoeft. “Het café bestaat al meer dan 100 jaar”, zegt Monique (76) terwijl ze me de a che van de openbare verkoop uit 1899 laat zien. “Ik ben al de derde generatie achter de toog.” De idyllische ligging, goed verborgen in een afgesloten Scheldearm, en het zo- merterras maken van het café een favoriete stopplaats voor wielertoeristen. “Vorig jaar kwam Jo Planckaert langs”, zegt Monique. “Sloeber, hoor! Toen hij vertrok zag ik door mijn ruit hoe hij met een van mijn sanseveria’s stond te zwaaien.” Vorig jaar lmde Sporza-journalist Ruben Van Gucht voor zijn documentaire In het wiel van de Ronde in het café een interview met Johan Museeuw. “Die Van Gucht is een wre- de gast. Liefst vijftien bladen met vragen had hij!” vertelt Monique met grote ogen. “Zelf ken ik niks van de koers. Ik wilde me in de keuken terugtrekken, maar die mannen van de televisie wilden dat ik aan de hoek van de toog ging staan. Ik mocht wel niet bewegen, vier uur lang stond ik daar als een zoutpilaar.” By: Bahamontes (2018)